1C3 week 11 college 9 Flashcards
BRAF mutatie bij
Papillair carcinoom
Hyperthyreoïdie
Overstimulatie en groei schildklier
Soorten
* Ziekte van Graves
* Toxische multinodulair struma
* Iodine geïnduceerd
* Zeldzaam: hypofyse adenoom
Hypothyreoïdie
Auto-immuunziekte
Ontsteking
Na bestraling, resectie of geneesmiddelengebruik
Jodiumdeficiëntie
Zeldzaam: uitval van hypofyse of hypothalamus
Vormafwijkingen schildklier
Diffuus en multinodulaire hyperplasieën, adenoom, papillair carcinoom, folliculair carcinoom, medullair carcinoom, anaplastisch carcinoom
Diffuus en multinodulaire hyperplasiëen
o Vergroting van de schildklier veroorzaakt door een langer bestaand te weinig schildklierhormoonproductie leidend tot een toename in TSH
Gebrek aan jodium, genetisch en soms onbekende oorzaken leiden tot die onregelmatige groei
o Cycli van hyperplasie, focaal afgewisseld met atrofie (plat epitheel, weggedrukt door grote hoeveelheid colloïd)
Adenoom
o Over het algemeen solitair en hebben vaak een bindweefsel kapsel
o Klein deel is hyperactief (toxisch)
Meer dan 50% vd gevallen sprake van mutatie in de TSH-receptor of het G-proteïne
Van de stille, niet toxische adenomen, is er 20% van de gevallen sprake van RAS mutatie
Adenoom met metaplasie
Variatie van een adenoom
De follikelbouw wordt niet aangehouden, maar wordt een apart soort cel gemaakt
* Hurthle cellen/ oxyfiele cellen/ oncocytaire cellen
o De cellen zelf richten geen schade aan
Papillair carcinoom
o Te herkennen aan het kernbeeld met ophelderingen, groeven, Psammoon lichaampjes en ‘crowding’ Orphan Annies (inclusies in de kern die eruit zien als oogjes)
Vaak sprake van RET-mutaties of BRAF-mutaties
o Meestal lymfogene metastaseringen
Met echo lymfeknopen bekijken
Folliculair carcinoom
o Moeilijk te onderscheiden van een papillair carcinoom
Onderscheid gemaakt op basis van kapseldoorbraak en vaso-invasie
o Kernen zijn meestal rond en niet helder
o Meestal sprake van hematogene metastasering
o Mutaties in RAS, PI3K/AKT-pathway of Pax8-ppar-gamma translocatie
Medullair carcinoom
o Ontstaat uit C-cellen en produceert calcitonine
o Vaak amyloïd deposities in de tumor en C-cel hyperplasie in schildklierweefsel buiten de tumor
o Kunnen niet behandeld worden met radioactief jodium, omdat de C-cellen geen jodiumantiporter hebben
Anaplastisch carcinoom
o Ontstaat mogelijk uit de ‘goed’ gedifferentieerde carcinomen, maar verliest zijn kenmerken
o Zeer snel groeiend en agressieve tumor met veel celdingen, necrose en veel grote, bizarre cellen
o Vaak mutaties in P53-gen
Wat normaal gesproken de ongecontroleerde celdeling stopt
o Overleving meestal niet meer dan enkele maanden door lokale groei