Fouten tentamen Flashcards

1
Q

Behandeling renale tubulaire acidose

A

Bicarbonaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Openen K-kanaal

A

Hyperpolarisatie –> minder Ca2+

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Opneusis plek en vagus intact

A

Halverwege pons, vagus niet intact

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

COPD zorgt voor … TLC

A

Verhoogde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Meer ventilatie in rust in longbasis

A

Door kleiner volume

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Verhoogde cAMP door B2-agonisten zorgt voor…

A

Vasodilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vaststellen obstructieve stoornis

A

Z-waarde FVC1/VC < 1,64 SD

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Herkennen longemfyseem

A

Verhoogde interne weerstand bij uitademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Flow in PT … aan osmotische plasma waarde

A

Gelijk aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

… mictiecentrum voor coördinatie van blaas en sfincter

A

Pantiene

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Eigenschap PAH

A

Concentratie in vena renalis vrijwel nul

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

GRF gestabiliseerd door …

A

Tubulo-glomerulaire feedback

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

AQP2-apicaal neemt toe bij …

A

Hypertoniciteit plasma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Belangrijkste rol bij hypertoniciteit

A

Natrium en ureum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Vluchtige zuren geproduceerd door …

A

Afbraak van vruchten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Stimuleren afgifte adesteron

A

Hoog plasma [K], [ACTH], [Angiotensine]

17
Q

Formule zuurexcretie

A

63 (gemeten waarde) - 17 (waarde titreerbaar zuur) + 5 (bicarbonaat)

18
Q

pH laag bij

A

Acidose

19
Q

Normaalwaarde eiwit in urine

A

< 30 mg

20
Q

Gevolg glomerulotubulaire balans

A

GFR omhoog –> natriumreabsorptie in PT omhoog

21
Q

Compensatie chronische alkalose

A

Cl/HCO3- exchanger basolateraal tot expressie –> apicale HCO3- secretie ipv zuur secretie (hierbij hulp van b-IC cellen in de verzamelbuis)

22
Q

Respiratoire compensatie van metabole alkalose

A

Ventilatie te verminderen –> pCO2 omhoog –> evenwicht richting H+

23
Q

Waardoor kan een metabole alkalose niet volledig respiratoir worden gecompenseerd

A

Door verminderde ventilatie daalt de pO2 in de arteriën –> stimulatie perifere chemosensoren –> stimulatie ventilatie –> tegenwerken respiratoire compensatie