1A1 week 5 college 5 en 6 Flashcards

1
Q

4 accesoire structuren in gewrichten

A

Discus articularis, bursa, peesschede en sesambeenderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Spoelvormige spieren

A

Standaard spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tweekoppige spieren

A

Splitst aan einde tot twee pezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Tweebuikige spier

A

Bestaat uit twee buiken verbonden met een tussengelegen pees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Multi-buikige spieren

A

Buiken die onderbroken worden door stukjes pees

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Halfgeveerde spieren

A

Veel kracht generen, maar weinig verplaatsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Platte spieren

A

Liggen geheel plat op het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geveerde spieren

A

Veel kracht generen, maar weinig verplaatsing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Origo

A

Oorsprong van de spier, aanhechting met bot aan proximale zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Insertie

A

Distale aanhechting van de spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Spurt

A

Veroorzaken een grote beweging met relatief kleine verkorting van de spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Shunt

A

Geven stabiliteit aan het gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Agonist

A

Contraherende spier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Antagonist

A

Spier tegenovergestelde werking agonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Synergist

A

Hulpspier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Mono-articulair

A

Werkt slechts voor één gewricht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

bi-poly-articulair

A

Werkt voor meerdere gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Insufficiëntie

A

Beweging wordt niet zo goed uitgevoerd als mogelijk is

19
Q

Concentrische contractie

A

Spier wordt als maar korter tijdens contractie

20
Q

Excentrische contractie

A

Spier wordt als maar langer tijdens contractie

21
Q

Onderdelen visceraal compartiment hals

A

Trachea en oesophagus

22
Q

Onderdelen vasculair compartiment hals

A

Twee bundels met arterie, vene en zenuw

23
Q

Onderdelen vertebraal compartiment hals

A

Ruggenmerg, wervelkolom en spieren

24
Q

Spieren zijn ontwikkeld uit…

A

Kieuwbogen

25
Q

Spiergroepen zijn ontwikkeld uit…

A

Somieten

26
Q

Oogspieren

A

III, IV en VI

27
Q

Kauwspieren

A

V3

28
Q

Mimische spieren

A

VII

29
Q

Pharynx-/larynx spieren

A

IX en X

30
Q

Mm. sternocleidomastoideus en trapezium

A

XI

31
Q

Tongspieren

A

XII

32
Q

Suprahyoidale spieren

A

V3 en VII

33
Q

Infrahyoïdale spieren

A

Plexus cervicalis

34
Q

Reuk

A

I

35
Q

Zicht

A

II

36
Q

Gehoor

A

VIII

37
Q

Evenwicht

A

VIII

38
Q

Smaak

A

VII, IX, X

39
Q

Tast

A

V

40
Q

Glandula thyroidea

A

Schildklier

41
Q

Glandula lacrimalis

A

Traanklier

42
Q

Neurocranium

A

Schedelholte waar hersenen liggen

43
Q

Orbita

A

Oogkas