1C2 week 6 college 3 Flashcards
Storage mode
Goed-gevoed
Maaltijd na periode van vasten
Production mode
Post-absorptive
Early fasting
Late fasting
Starvation
Post-absorptive
Overnacht vasten (4-12h)
Energie komt uit de glucose voorraad en leverglycogeen
Early fasting
12-36h
Eiwitten worden afgebroken om glucose te produceren (gluconeogenese en netto eiwitafbraak), maar ook lactaat en glycerol
Late vasting
> 36h
Er komen veel vetzuren vrij, die in de lever worden geoxideerd.
Er ontstaan ketonlichamen als afvalproduct in de lever
Processen tijdens storage mode
Glycogenese
Lipogenese en TG synthse
Netto eiwitsynthese
(meer glycolyse, minder vetzuuroxidatie)
Processen tijdens production mode
Glycogenolyse
Gluconeogenese
Lipolyse
Ketogenese (ketonlichaam oxidatie)
netto eiwitafbraak
(minder glycolyse, meer vetzuuroxidatie)
Tijdens early-refed state eerst glycogeen naar …
Spieren en dan pas lever
Gevolg hoge bloedsuikerspiegel op eiwit oxidatie
Eiwitten kunnen makkelijker geoxideerd worden
Reactie nieren op hoge bloedsuikerspiegel
Uitscheiden van glucose
Grootste hoeveelheid glycogeen zit in …
De spieren
Functie leverglycogeen
Houdt de bloedsuikerspiegel op peil
Minder dan … koolhydraten per dag veroorzaakt een tekort aan glucose
150 gram
Vanuit vetzuren kan je … glucose maken
Geen
Gluconeogenese
Omzetting van eiwitten in glucose