1C2 week 6 college 3 Flashcards

1
Q

Storage mode

A

Goed-gevoed
Maaltijd na periode van vasten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Production mode

A

Post-absorptive
Early fasting
Late fasting
Starvation

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Post-absorptive

A

Overnacht vasten (4-12h)
Energie komt uit de glucose voorraad en leverglycogeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Early fasting

A

12-36h
Eiwitten worden afgebroken om glucose te produceren (gluconeogenese en netto eiwitafbraak), maar ook lactaat en glycerol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Late vasting

A

> 36h
Er komen veel vetzuren vrij, die in de lever worden geoxideerd.
Er ontstaan ketonlichamen als afvalproduct in de lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Processen tijdens storage mode

A

Glycogenese
Lipogenese en TG synthse
Netto eiwitsynthese
(meer glycolyse, minder vetzuuroxidatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Processen tijdens production mode

A

Glycogenolyse
Gluconeogenese
Lipolyse
Ketogenese (ketonlichaam oxidatie)
netto eiwitafbraak
(minder glycolyse, meer vetzuuroxidatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Tijdens early-refed state eerst glycogeen naar …

A

Spieren en dan pas lever

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gevolg hoge bloedsuikerspiegel op eiwit oxidatie

A

Eiwitten kunnen makkelijker geoxideerd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Reactie nieren op hoge bloedsuikerspiegel

A

Uitscheiden van glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Grootste hoeveelheid glycogeen zit in …

A

De spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Functie leverglycogeen

A

Houdt de bloedsuikerspiegel op peil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Minder dan … koolhydraten per dag veroorzaakt een tekort aan glucose

A

150 gram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Vanuit vetzuren kan je … glucose maken

A

Geen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Gluconeogenese

A

Omzetting van eiwitten in glucose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly