1C2 week 6 college 6 Flashcards
Zwaarlijvigheid in de middeleeuwen
Zwaarlijvigheid is iets prestigieus
Armen konden het niet veroorloven dik te zijn
Zwaarlijvigheid in 19e eeuw
Professies (leraren, artsen etc.) vaak dikke buik
Steeds meer focus van karikatuur
Dikke buik vaak samen met rijke blanke man
Er werd anders gekeken naar vrouwen: volle prostituees waren lui. Wel slankheidsideaal
Intersectionaliteit
Het fenomeen dat maatschappelijke ongelijkheid zich voordoet langs verschillende assen van iemands persoonlijkheid
Zwaarlijvigheid in 1900
Artsen gaan obestitas associëren met ongezond/ziek zijn
Behandelen met leefstijladviezen en medicatie
Zwaarlijvigheid in 1920-1930
Opkomst van personenweegschaal
Probleem daarbij is echter dat gewicht een indirecte maat is voor lichaamsvet
Zwaarlijvigheid in 1990
BMI geaccepteerd door de WHO
Nadruk vooral op overgewicht, terwijl ondergewicht ook problemen mee brengt
Vraagtekens bij individuele verantwoordelijkheid (artsen informeren enkel, veel zittend werk, opvoeding en eetgewoontes aan kinderen)
Veel nadruk op ziekte aspecten obesitas niet waar het het risico op vermindert