1B2 week 7 college 6 Flashcards
1
Q
Milde exacerbatie COPD
A
Behandelbaar met kortwerkende bronchodilatoren
2
Q
Matige exacerbatie COPD
A
Aanvullen met orale corticosteroïden en antibiotica
3
Q
Ernstige exacerbatie COPD
A
Opname in het ziekenhuis noodzakelijk, optreden van respiratoire insufficiëntie
4
Q
Werking B 2-agonisten
A
cAMP wordt verhoogd en bronchospasme wordt tegengegaan. Geen effect op mortaliteit
5
Q
Werking Anticholinergica
A
Blokkeren het effect van acetylcholine op de (M3 en M1) muscarinereceptoren, waardoor bronchidilatatie ontstaat.
6
Q
Non invasieve beademing voor
A
Alveoli gaan meer openstaan, meer oxygenatie. Ontlasten van de ademhalingsspieren en het verbeteren van de gaswisseling
7
Q
Hyperinflatie
A
Patiënt ademt niet goed uit waardoor de longen steeds verder uitzetten
