1C2 week 8 college 6

Question 1

Metabool syndraam

Answer 1

Insulineresistentie gepaard met glucose intollerantie, hyperinsulinemie, hypertensie, hoge TG-levels en lage HDL-C levels

Question 2

Gevolg metabool syndroom

Answer 2

Verhoogd risico HVZ

Question 3

Gevolg insulineresistentie

Answer 3

Sterkte stimulering lipogenese

Question 4

Hoe hoger de insuline gevoeligheid, hoe .. de plasma insulineconcentratie

Answer 4

Lager

Question 5

Iemand met goed insulinegevoeligheid nuchter, heeft … insuline spiegel

Answer 5

Lage

Question 6

Verschillende mechanismen die tot insulineresistentie kunnen leiden

Answer 6

• Pre-receptor
  o Insuline kan niet aan de receptor binden of wordt vervroegd weggevangen
• Receptor
  o Verlaagd receptor aantal of verlaagt de affiniteit
• Postreceptor
  o Abnormale signaaltransductie of fosforylatie (meest voorkomende oorzaak)
• Glucose-transporter
  o Verlaagd aantal GLUT-4 transporters

Question 7

Insuline heeft metabole effect en

Answer 7

Mitogeen effect (op celdeling en differentiatie)

Question 8

Raeven hypothese

Answer 8

Alle factoren van het metabool syndroom worden veroorzaakt door insulineresistentie

Question 9

Behandeling metabool syndroom

Answer 9

• Wegnemen van onderliggende oorzaak
• Wegnemen van risicofactoren
• Medicijnen om diabetes te voorkomen
  o Rol hierin niet volledig vastgesteld

Question 10

Vier doelen behandeling metabool syndroom

Answer 10

o Reduceren van het gewicht met 7-10% per jaar
o Minimaal 30 min achter elkaar 5 dagen per week bewegen
o Verminderen verzadigd vet inname en transvetten en cholesterol
 Dyslipidemie verminderen door gewicht te verliezen en te sporten
o Bloeddruk verlagen