1B1 week 2 college 3

Question 1

Agonisten

Answer 1

Werken en stimuleren de receptor waardoor een effect wordt bewerkstelligd

Question 2

Antagonist

Answer 2

De sleutel past, maar het is niet werkzaam en blokkeert de receptor werking

Question 3

Kinase-gekoppelde receptoren

Answer 3

Kunnen bij activatie eiwitten fosforyleren

Question 4

Drug-receptor interactie

Answer 4

Een evenwichtsreactie

Question 5

Drie typen agonisten

Answer 5

Volle, partiële en inverse agonisten

Question 6

Volle agonisten

Answer 6

Hebben bij een lage bezetting een maximaal effect

Question 7

Partiële agonisten

Answer 7

Hebben zelfs bij een hoge bezetting geen maximaal effect

Question 8

Inverse agonisten

Answer 8

Inactiveren constitutionele receptoren waardoor er remming van activiteit ontstaat

Question 9

Het maximale effect

Answer 9

Plateaufase

Question 10

Potentie

Answer 10

Concentratie, waarbij de helft van het maximale effect wordt bereikt

Question 11

Verschillende type antagonisten

Answer 11

Chemisch, farmacokinetisch, receptor blokkade, niet competitief, fysiologisch

Question 12

Chemische antagonisten

Answer 12

Wegvangen van een stof. Onafhankelijk van een receptor

Question 13

Farmacokinetische antagonisten

Answer 13

Werken meestal ook onafhankelijk van receptoren. Afbraak van een stof of bijdragen verslechteren opname stof

Question 14

Receptor blokkade antagonisten

Answer 14

Reversibel competitief: omkeerbaar antagonisme
Irreversibel competitief: onomkeerbaar antagonisme

Question 15

Niet competitief antagonisme

Answer 15

Bindt op andere plek op de receptor dan de agonist

Question 16

Fysiologisch antagonisme

Answer 16

De antagonist bindt op een andere receptor en heeft een tegenovergesteld effect als de agonist