1B2 week 6 college 1 Flashcards
Ventilatie
Verversen van lucht in de alveoli
Diffusie
Uitwisseling van O2 en CO2 met de capillairen
Perfusie
Binden van opgenomen zuurstof aan hemoglobine, zodat het naar de weefsels kan worden vervoerd
Longfunctieonderzoek
Medisch onderzoek, waarbij naar verschillende functies en/of stoornissen van de longen wordt gekeken.
Spirometer/spirogram
Wordt gebruikt voor het bepalen van longvolumes en bestaat uit een waterblad met daarin een omgekeerde lichte plastic kolk/emmer. Deze gaat omlaag als de patiënt inademt.
Uitslag spirometer
Hoe dieper de ademhaling, hoe groter de uitslag
Vt
Teugvolume: gemiddelde ademdiepte bij rustademhaling. De bovengrens is het normale inademinsniveau en de ondergrens is het normale uitademinsniveau
AF
Ademfrequentie: het aantal ademhalingen per minuut
AMF of V’E
Ademminuutvolume: het aantal liter dat per minuut wordt ingeademd.
ERV
Expiratoire reserve volume: de hoeveelheid lucht beneden het normale uitademingsniveau na maximaal uitblazen
IRV
Inspiratoire reservevolume: de hoeveelheid lucht boven het normale inademingsniveau na maximaal uitademen
RV
Residueel volume: de hoeveelheid lucht die zich nog in de longen bevindt na maximaal te hebben uitgeademd
FRC
Functionele residuele capaciteit: ERV+RV het volume onder het normale uitademingsniveau tot het nul niveau
IVC
Inspiratoire vitale capaciteit: IRV+Vt+ERV. Het maximale volume wat in te ademen is na maximaal uitademen.
EVC
Expiratoire vitale capaciteit: IRV +Vt+ERV. Hetzelfde volume als IVC, alleen wordt hier eerst maximaal ingeademd en vervolgens maximaal uitgeademd