1B1 week 3 college 4 Flashcards

1
Q

Doel perifere circulatie

A

Perifere weefsels van stoffen te voorzien en om er voor te zorgen dat afvalstoffen worden afgevoerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Neutrale regulatie

A

Constrictie naarmate de sympathicus meer wordt geactiveerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Lokale factoren voor regulatie

A

Rek leidt tot vasoconstrictie, behoefte (metabool), flow toename –> dilatatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Effect activatie sympathicus op arteriën

A

Vasoconstrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Effect activatie sympathicus op arteriolen

A

Heel veel vasoconstrictie en als gevolg hiervan neemt de perifere weerstand totaal heel sterk toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Effect activatie sympathicus op venen

A

Venoconstrictie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Autoregulatie

A

Bloedflow wordt constant gehouden ondanks de verschillende bloeddrukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Extra bloedflow is het resultaat van …

A

De autoregulerende capaciteit tot vasodilatatie van de arteriolen in respons op een toename in O2 behoefte of op farmacologische middelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vernauwing 50% van de diameter

A

70% vernauwing van het lumen en maximale flow gaat naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Bij 50% vernauwing van de diameter spreek je van …

A

Hemodynamische significante vernauwing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Knooppunten van de intermediaire filamenten zijn …

A

Dense bodies, waarin de a-actinines zitten en waaraan de actinedraden vastzitten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De cross-bridge cycling van een gladde spiercel heeft een veel … tempo dan dat van een skeletspiercel

A

Lager

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Contractie calcium in de cel wordt bepaald door…

A

Aantal prikkels dat de cel van buiten krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Als je wilt dat de cel relaxeert, moet …

A

De calcium influx worden stopgezet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Contractie door …

A

Sympathische stimulatie, rek myogeen effect, angiotensine II, ADP

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Relaxatie door …

A

Metabool effect, ANP

17
Q

Relaxatie via afgifte van NO, prostacycline of EDHF geactiveerd door …

A

Acetylcholine, bradykinine, shear stress

18
Q

Contractie via afgifte van endotheline wordt geactiveerd door

A

Angiotensine II en vasopressine

19
Q

Belangrijkste vasodilator

A

NO