HC 9.3 Effecten van de moderne leefstijl: dislipidemie Flashcards
Hoeveel geld wordt er per jaar uitgegeven aan hart- en vaatziekten?
7 miljard euro wordt er per jaar uitgegeven aan hart- en vaatziekten. Met name aan geneesmiddelen en ziekenhuiszorg.
Wat is de prevalentie van hart- en vaatziekten in NL?
- 40.000 mensen krijgen een beroerte
- 53.000 mensen krijgen een TIA
- 34.800 mensen opgenomen met een hartinfarct
- 10% van de patiënten sterft binnen een jaar
- 2.558 mensen opgenomen vanwege perifeer vaatlijden
- Sinds 2000 sterfgevallen vanwege perifeer vaatlijden 10x hoger.
o Beenvaatlijden is heel erg geassocieerd met roken. Als de beenbloedvaten: grote vaten dichtzitten, dan zijn de andere vaten ook al beschadigd.
Waarom gaan we steeds meer mensen zien met hart- en vaatziekten?
We gaan steeds meer mensen zien met hart- en vaatziekten. Redenen: vergrijzing (veroudering is belangrijkste risicofactor voor atherosclerose), meer overgewicht/obesitas: meer suikerziekte, meer hypertensie, meer verhoogd cholesterol. Atherosclerose is echt een probleem van de moderne leefstijl. Hier zit wel ruimte in voor preventie.
Hoe ontstaat atherosclerose? En voor welke klachten zorgt dat?
In de loop van de jaren komt het LDL (slechte cholesterol) onder de intima, komen er makkelijker ontstekingscellen op af, endotheel beschadiging nog meer ontstekingscellen nog meer cholesterol, hierdoor wordt het bloedvat steeds meer vernauwd. Door vernauwing krijgen mensen de volgende klachten: stabiele angina pectoris, TIA (vernauwing van de carotis), claudicatio klachten. Sommige mensen ervaren geen klachten. De plaque kan ook scheuren: dit leidt tot een infarct door acute trombose.
Wat zijn 9 risicofactoren voor een hartinfarct?
- Hypertensie
- Diabetes mellitus: ook type 1 als die slecht gereguleerd is.
- Alcohol
- Roken
- Verhoogd BMI
- Weinig fysieke activiteit
- Stress
- Slecht dieet
- Hypercholesterolemie
90% van de hartinfarcten bij mannen, 94% van de hartinfarcten bij vrouwen.
Hoeveel mensen in Nederland hebben risicofactoren voor hart en vaatziekten?
3 miljoen Nederlanders met HT, 3,1 miljoen mensen die roken, 2 miljoen mensen met een hoog cholesterol.
Wat kun je vertellen over de cholesterolhuishouding?
Vetachtige stoffen via voeding. Vet wordt omgezet in triglyceride. Cholesterol wordt omgezet in chylomicronen die vooral bestaan uit vet. Via LPL wordt het vet eruit gehaald. Chylomicronen remnants worden opgenomen door de lever.
Je maakt VLDL aan –> hieruit komt LDL (nadat het vet er is uitgehaald). Dit is het slechte cholesterol, dit kan worden opgenomen door de lever met de LDL receptor. Als het niet goed wordt opgenomen gaat het in de vaatwand zitten.
Lp(a): LDL achtig deeltje wordt direct aangemaakt door de lever. Het is super LDL blijft nog meer onder de vaatwand plakken. Het is genetisch of je dit aanmaakt.
HDL wordt door de darm en door de lever gemaakt. Reverse cholesterol export, goede cholesterol, kan het LDL weer uit de bloedvaten halen.
Apo-B: LDL, IDL, VLDL. Ze bevatten Apo-B en ze zorgen voor atherosclerose. Chylomicronen passen niet door de vaatwand heen. De remnants wel.
Welke lipiden worden in het Erasmus Mc gemeten?
LDL-C, HDL-C, totaal cholesterol, TG, apo-A1 (zit in HDL), Apo-B en lipoproteïne (a).
- Het deeltje zelf kun je niet meten, maar je kunt wel het cholesterol in het deeltje meten.
Hoe kun je het LDLc berekenen?
LDLc: directe assay of berekend met een formule (totaal cholesterol – HDL en (0,45 * TG (om VLDL te berekenen)). Wat je dan overhoudt is het LDL cholesterol, dit kan je niet doen bij een verhoogd TG. Je kan ook het Non-HDL cholesterol meten: totaal cholesterol – HDL cholesterol. Je meet hier wel de chylomicronen mee, maar deze worden als er geen ziekte is binnen 10 minuten geklaard.
Waarom zijn kleinere LDL deeltjes slechter? En hoe kun je bepalen of er veel kleine LDL deeltjes zijn?
Kleinere LDL deeltjes zijn slechter want ze kunnen makkelijker blijven plakken. Je kunt niet zien of ze klein of groot zijn. Maar dit kan je meten met Apo-B. Dus veel Apo-B laat zien of het grote of kleine LDL deeltjes zijn. (Dus zelfde LDL met veel Apo-B heeft meer risico op hart- en vaatziekten). Mensen met diabetes hebben vaak het kleine LDL.
Wanneer is er sprake van hypercholesterolemie?
Eigenlijk heeft bijna iedereen een te hoog cholesterol.
Wat zie je gebeuren op het niveau van LDL als je ouder wordt?
LDL receptoren worden in de loop van het leven minder actief waardoor je het minder goed kan klaren. Daarnaast zie je ook hormonen een rol gaan spelen. Een LDL-C van 4 op jonge leeftijd is hoog en op oudere leeftijd is dat gemiddeld.
Hoe werkt atorvastastine en hoe werkt ezetimibe? En hoeveel daling in LDLc verwacht je bij het geven van deze middelen?
Atorvastatine (werkt in de lever, cholesterolaanmaak in de lever remmen, waardoor meer LDL-cholesterol receptoren upgeruleerd). Ezetimibe werkt in de darm remt de cholesterol opname. Bij deze pillen verwacht je 60% daling van het LDL.
Hoe werken bètablokkers?
Bèta-blokker: hartritme wordt vertraagd waardoor de vullingsfase van het hart wordt verlengt
Wat is arcus lipoides?
Arcus lipoides (witte ring in het oog).