HC 9.1 Zout, bloeddruk en hypertensie Flashcards

1
Q

Wat kun je zeggen over de volgende stellingen;
- Hogebloeddrukis wereldwijd de belangrijkste risicofactor voorhet jaarlijkseverliesvan gezondheid door ziekte en sterfte(DALY)
- De stijging van de systolische BD met de leeftijd is fysiologisch
- Ruime kalium is goed voor de BD

A

Alle stellingen zijn waar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de bloeddruk?

A
  • BD = HMV x vaatweerstand.
  • HMV = slagvolume x HF
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke mechanismes ken je die belangrijk zijn voor bloeddrukregulatie?

A
  • RAAS: voor de lange-termijn bloeddruk. En voor de behandeling het belangrijkst.
    o Juxtaglomerulaire cellen in de nier, meten het natrium en dan renine maken. Wat er voor zorgt dat aldosteron wordt afgegeven en zorgt er voor dat natrium wordt teruggeabsorbeerd. Dit kan bij veel zout gebruik leiden tot een te hoge bloeddruk.
  • Baroreceptoren: zitten in de hals en de aorta boog en voelen direct als de bloeddruk laag is. Bij bijv. opstaan gaan ze al vuren. HR gaat dan omhoog en dan gaat de bloeddruk ook weer omhoog. Dit gaat binnen een seconde. Soms duurt dit iets langer waardoor je duizelig bent bij opstaan, orthostatische hypertensie.
  • Sympathisch zenuwstelsel
  • Chemoreceptoren: kijkt naar de samenstelling van het bloed (ook op korte termijn).
    Het lichaam wilt op de korte termijn de bloeddruk in stand houden. Kan leiden tot hypertensie op de lange termijn.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waarom is hypertensie een probleem?

A
  • Kans op hypertensieve crisis (maar komt minder vaak voor)
  • HT kan leiden tot ischemie (beroerte), hersenbloeding, aneurysma, dissectie.
    o Herseninfarct is er meer aan gerelateerd dan een hartinfarct (dit is meer lipiden gerelateerd).
  • Nefropathie: nierschade door het beschadigen van kleine vaten door de hoge druk. Hierdoor wordt de bloeddruk nog hoger aangezien de nier denkt dat het minder bloed krijgt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel komt hypertensie voor?

A

Hypertensie komt veel voor. Boven de 60 heeft 50% van de mensen hypertensie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarom kan je bij isolated systolic hypertensie minder agressief behandelen?

A

Door het stijver worden van de bloedvaten zie je dat de diastolische bloeddruk daalt op oudere leeftijd. Diastolische: niet onder de 70 want anders krijg je hypoperfusie van het hart. Dus je kan bij isolated hypertensie minder agressief behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe vaak is er sprake van “secundaire hypertensie”?

A

5%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van secundaire HT?

A
  • Parenchymateuze nierziekten
  • Renovasculair
  • Endocrien:
    o Primair hyperaldosteronisme
    o Feochromocytoom
    o Hypercortisolisme (Cushing)
    o Acromegalie
    o Hyperthyreoïdie
    o Hypothyreoïdie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de klinische kenmerken van primair hyperaldosteronisme?

A
  • Hypertensie + (neiging tot) hypokaliëmie
  • Kaliurese ondanks hypokaliëmie (> 30 mmol/24 uur)
  • Hoog aldosteron/laag renine => hoge aldo-renine ratio
  • CT-scan bijnieren: adenoom of bilaterale hyperplasie
  • Adenoom: laparascopische adrenalectomie
  • Bilaterale hyperplasie: spironolacton (aldosteron receptorblokker)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke omgevingsfactoren spelen een rol bij hypertensie?

A

Omgevingsfactoren: zoutinname, overgewicht, laag geboortegewicht, leeftijd, lage kaliuminname. Hoe meer kalium je inneemt hoe beter het effect op de bloeddruk, hierbij is mindere zoutinname ook van belang.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van primaire hypertensie?

A

Primaire hypertensie is vaak genetische en omgevingsfactoren gerelateerd. Primaire hypertensie is 90-95% van de gevallen van hypertensie. Genetische factoren tellen voor 30% van de hypertensie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de kenmerken van drophypertensie?

A
  • Effect binnen enkele weken
  • Drop: ongeveer 3% glycyrrhizinezuur
  • Klinische effecten bij> 400 mg/dag ~10-15 gr drop per dag
  • Vrouwen gevoeliger dan mannen
  • Invloed van natriuminname
  • Naast drop hypertensie, hypertensieve crises, spierparalyse en rhabdomyolyse beschreven
  • = Een vorm van secundaire hypertensie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarom leidt een laag geboortegewicht tot hypertensie?

A

Laag geboortegewicht kan leiden tot een verminderd aantal nefronen, dus je kan minder goed met zout omgaan. Zie je ook bij levende nierdonaties want dan heb je minder nefronen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is zoutinname ongunstig? En wat gebeurt er als je minder zout gaat eten?

A

Hoe meer zoutinname hoe hoger de hypertensie. Hangt af van de zoutgevoeligheid. 20 mmHg bloeddrukdaling door een zoutarm dieet, vergeleken met hoog zout dieet. Met een tablet is 10 mmHg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarom is het eten van veel kalium gunstig op de bloeddruk?

A

Normaalwaarden: 3,5-5, tussen 6,5-7 ritmestoornissen. Hoe meer kaliumgebruik hoe gunstiger het is. Omdat het aldosteron zich dan meer richt op de NCC transporter in plaats van op de ENac. Zout kan je beter uitscheiden als je meer kalium eet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer ga je op zoek naar een secundaire oorzaak van hypertensie?

A

Je gaat hiernaar op zoek bij niet behandelbare hypertensie, en daarnaast ga je ook af op een neg FA en jonge leeftijd. Hypertensief spoedgeval, is de kans op onderliggende oorzaak iets groter. “Clinical clues” (onder andere). Als clues: uitsluiten primair hyperaldosteronisme, OSAS en renovasculaire hypertensie
- Laag kalium in het bloed kun je zien bij een hyperaldosteronisme. Aangezien veel verlies van kalium in urine.
Bij een pos FA ga je meer af op primaire hypertensie.

15
Q

Wat is de behandeling voor hypertensie?

A

Primair: leefstijl en medicatie, secundair: onderliggende oorzaak en ook medicatie/leefstijl. Heel veel keus voor medicatie.

16
Q

Wat voor leefstijlmaatregelen ga je inzetten bij iemand met hypertensie?

A
  • Natriuminname
  • Kaliuminname
  • Gewicht: vet kan hormonen aanmaken die de bloeddruk verhogen, die het RAAS systeem activeren.
  • Beweging
  • Stress
  • Roken
17
Q

Op basis van wat ga je behandelen bij hypertensie?

A

Je gaat meestal behandelen op basis van 10-jaarsrisico. Maar bij jonge mensen kijken we naar de lifetime-risk. Want deze mensen hebben meestal een laag 10-jaarsrisico.

18
Q

Wat is amlodipine?

A

Amlodipine is een calciumkanaal blokker.

19
Q

Hoe behandelen we hypertensie medicamenteus?

A

Ca-kanaalblokker, Diuretica, ACE-remmer. Jonge mensen hebben vaker een actiever RAAS-systeem, dus daarom start je met een ACE-remmer. Soms liever een ARB: want geen hoest en geen angio-oedeem. Nu kiezen we niet perse volgens het schema. Als er een bepaalde voorkeur is voor een medicament. Dan kiezen we die.