HC 4.11 Hypertensie Flashcards

1
Q

Wat zijn de doelorganen bij hypertensie?

A

Doelorganen: nieren, hart, vaten, hersenen, ogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de definitie van hypertensie?

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Isolated systolic hypertension: systolisch is hoog en diastolisch is normaal. Hoe behandel je dit?

A

Met medicatie: je ziet dat de systolisch daalt en de diastolisch weer een beetje toeneemt. Omdat het een systeem is wat in evenwicht is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel procent van de 75+-ers heeft hypertensie?

A

Bij 75+-ers heeft 80% hypertensie. Op die leeftijd is het ook met name isolated systolic hypertension. Je ziet isolated systolic hypertension heel vaak bij veroudering, op jonge leeftijd ook wel maar dan bij hyperthyreoïdie of bij aorta insufficiëntie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de relatie tussen leeftijd en het patroon van hypertensie?

A

Isolated diastolic hypertension zie je met name op jonge leeftijd, isolated systolic hypertension zie je met name op oudere leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe veranderen de typen bloeddruk over de tijd?

A

Systolisch neemt toe met de leeftijd en diastolisch geeft een piek. Polsdruk neemt ook toe: door een groter verschil tussen systole en diastole. Een grote polsdruk is schadelijk voor de organen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe ontstaat isolated systolic hypertension?

A

Thoracale aorta vangt een deel van het bloed op vanuit het hart (40%). Dit wordt pas weg gepompt in de diastolische fase. 60% gaat meteen naar de periferie na de hartslag. Er vind ook een terugflow plaats naar de thoracale aorta. Dit vind normaal gesproken plaats in de diastolische fase. Bij ouderen zijn de vaten stijver. Dit heeft als gevolg dat de flow sneller is, dit maakt dat de terugkaatsende flow al in de systolische fase gebeurt. Hierdoor stijgt de systolische bloeddruk en daalt de diastolische bloeddruk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de gevolgen van isolated systolic hypertension?

A
  • De centrale systolische druk en de centrale polsdruk zijn verhoogd. Een toename van de centrale polsdruk, die de cerebrale bloedstroom stimuleert, verhoogt het risico op een beroerte. De verhoogde druk kan namelijk de bloedvaten beschadigen.
  • De toename van de belasting van de linkerventrikel versnelt de toename van de LV-massa en verhoogt het risico op linkerventrikelhypertrofie (LVH).
  • De druk die de coronaire arteriën tijdens de diastole perfuseert, is verlaagd, wat het risico op een myocardinfarct (MI) verhoogt.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een belangrijke taak van bloedvaten?

A

Bloedvaten moeten een schizofrene flow aanpassen naar een aangename flow.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het effect van 10 mmHg reductie op het cardiovasculaire risico?

A

10 mmHg afname van bloeddruk  risico op cardiovasculaire events met 20% verminderd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is beter intensieve of normale behandeling van isolated systolic hypertension?

A

Intensieve behandeling = streven naar een bloeddruk van onder de 130 mmHg.
- Het geeft minder cardiovasculaire events, minder mortaliteit, minder kans op het ontwikkelen van dementie.
- Geeft wel als bijwerking: hypotensie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het effect van intensieve behandeling bij kwetsbare ouderen?

A

Uit onderzoek is gebleken dat mensen in verpleeghuizen met een SBP van onder de 130 met 2 anti-HT middelen een slechtere prognose hadden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer kan een MI optreden op basis van DBP?

A

Bij een te lage DBP of bij een te hoge.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer kan een stroke optreden op basis van DBP?

A

Bij een te hoge DBP.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de bloeddrukstreefwaarden bij niet-kwetsbare ouderen?

A
  • Streef naar een systolische bloeddruk <150 mmHg.
  • Overweeg bij het verdragen en het niet optreden van bijwerkingen van de medicatie bij niet-kwetsbare ouderen de systolische bloeddruk nog verder te verlagen onder 140 mmHg. Monitor de bijwerkingen bij iedere controle.
  • Pas de medicatie aan bij het optreden van bijwerkingen door bijvoorbeeld het verlagen van de dosering, het switchen van medicatie of het stoppen van medicatie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de bloeddrukstreefwaarden bij kwetsbare ouderen?

A
  • Streef naar een systolische bloeddruk <150 mmHg onder de voorwaarde van voorzichtig titreren
  • Stop met het verder intensiveren van bloeddrukverlagende behandeling en overweeg het verlagen van de dosering met een diastolische bloeddruk <70 mmHg ongeacht de hoogte van de systolische bloeddruk. Bij kwetsbare ouderen mag de diastolische bloeddruk niet te laag zijn.
  • Monitor het optreden van eventuele bijwerkingen