HC 6.5 Presentaties Flashcards

1
Q

Wat is de belangrijkste risicofactor voor een voedselallergie?

A

Eczeem is de belangrijkste risicofactor voor een voedselallergie: verstoorde huidbarrière, voedselresten kunnen via de huid het lichaam binnenkomen. Via een th2 reactie ontstaat er een IgE sensibilisatie. Via de mond introductie ontstaat er een Th1 reactie, hierdoor ontstaat er een onderdrukkende reactie door middel van Treg.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kun je niet doen bij uitgebreid eczeem?

A

Als je helemaal onder het eczeem zit dan kun je geen huidtest doen. Dan moet je eerst het eczeem behandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het belangrijkste wat je uit een provocatietest haalt?

A

Belangrijk om te weten na hoeveel van het allergeen de reactie ontstaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer ga je ei, pinda, koemelk introduceren?

A

Bij 4 maanden introductie ei, pinda, koemelk, het liefst voor 8 maanden. En bij kinderen met ernstig eczeem voor 6 maanden. En goed blijven smeren: zodat ze niet via de huid gesensibiliseerd raken.
- Dit verlaagd het risico op pinda-allergie met 80%.
- 2x per week geven.
Huidtesten zijn super betrouwbaar voor pinda, ei en melk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat voor soort hoest geeft astma?

A

Astma geeft een droge hoest. Bij jonge kindjes is het met name ’s nachts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoelang blijf je klachten houden van een hond- of kattenallergie na het verwijderen van het dier uit huis?

A

Schilfers van hond of kat blijven maanden nog in het huis hangen, als je de hond of kat wegdoet.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een relatieve contra-indicatie voor immunotherapie?

A

Relatieve contra-indicatie voor immunotherapie: sensibilisatie tegen huisdieren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarom zijn bètablokkers een contra-indicatie voor immunotherapie?

A

Bètablokkers kan het effect van een epi-pen tegengaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waarom geven we immunotherapie niet zomaar als eerste behandeling bij een allergie?

A

Als je maar een beetje last hebt dan reageren ze niet goed op immunotherapie. Als je weinig klachten hebt dan ben je ook minder therapietrouw.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de kans dat je over ei, melk, pinda en noten allergie heen groeit?

A

ei-, melkallergie 80-90% kans dat je eroverheen groeit, pinda- en notenallergie 20-30%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de kans om over je astma heen te groeien?

A

Als je alleen astma hebt is de kans dat je daar overheen groeit groter. Als je een voedselallergie hebt daarbij is de kans kleiner.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de Mueller classificatie? Wat doe je als je hier geen punten voor behaald?

A

Mueller classificatie: bepaald de ernst van een allergische reactie. Als je hieraan niet voldoet heb je geen allergie. Dus ook geen verdere diagnostiek doen, naar een allergie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het effect van cofactoren op een allergische reactie?

A

Door cofactoren kan een allergische reactie verergeren: alcohol, ziek zijn, menstruatie, emotie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het effect van immunotherapie op wespen?

A

Immunotherapie werkt heel snel tegen wespen, al na de instapfase. Dus mensen hoeven dan ook geen EpiPen meer bij zich te dragen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoelang moet je immunotherapie geven bij mastocytose?

A

Bij mastocytose geef je levenslang immunotherapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Ga je na immunotherapie nog testen of dit effect heeft?

A

Na immunotherapie ga je geen testen meer doen, aangezien de sensibilisatie blijft. Alleen bij angstige mensen doe je een provocatietest om te kijken of de immunotherapie effectief is.

17
Q

Waarom geven we liever geen tavergyl bij een ernstige allergische reactie?

A

Tavergyl zorgt voor een lage bloeddruk, mensen met een ernstige allergische reactie hebben al een lage bloeddruk en deze wordt dan dus nog lager als je tavergyl geeft.

18
Q

Is een huidtest voor opioïden betrouwbaar?

A

Huidtest met opioïden is altijd vals-positief.

19
Q

Wat voor huidtest doe je bij NMBAs?

A

NMBAs daarvoor doen we de huidtest intracutaan.

20
Q

Hoe vaak testen we of kinderen over hun allergie zijn gegroeid?

A

Kinderen testen we na 5 jaar weer en dan zien we soms dat kinderen over hun allergie voor medicatie heen groeien.

21
Q

Wat is desensitisatie?

A

Desensitisatie: elke keer het medicament ophogen, na 8 stappen reageren mensen wel, dan alsnog doorgeven. Hierna het medicament blijven doorgeven. Anders opnieuw desensitiseren.

22
Q

Wat kun je uitvragen bij latexallergie?

A

Latex allergie: ballonen, condooms, handschoenen (zien we nu wel minder vaak voorkomen).

23
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van urticaria?

A

Meest voorkomende oorzaak van urticaria is infectie, met name bij kinderen.

24
Q

Wat is belangrijk om uit te vragen bij urticaria?

A

Belangrijk is om uit te vragen hoe snel het na iets optreedt: na voedselinname of medicatie inname.

25
Q

Wat zijn chronische urticaria?

A

Chronische urticaria = urticaria dat langer dan 6 weken bestaat.

26
Q

Wat is UAS7-score?

A

UAS7: gedurende 7 dagen tellen van het aantal kwadels en mate van jeuk.