HC 5.10 Niertransplantatie Flashcards

1
Q

Welke opties als de nieren falen?

A
  • afwachtend beleid: bij oudere patiënten wordt dialyse slecht verdragen, is nog wel mogelijk.
  • dialyse
  • transplantatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom een niertransplantatie bij nierfalen?

A

Voordelen:
- QOL stijgt
- Levensduur neemt toe (echt verschil in jaren)
- Stoppen van dure dialyse
80.000 euro per jaar kost dialyse. Niertransplantatie is eenmalig duur en daarna zitten mensen alleen maar aan medicatie.
Nadelen:
- Gebruik immunosuppressiva
- risico operatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer een niertransplantatie plannen?
Voor of na start dialyse? Bij welke nierfunctie?

A

Voor of na start dialyse?
Bij voorkeur pre-emptief transplanteren, hierbij het je een betere overleving.
Bij welke nierfunctie?
<20% start voorbereiding maar afhankelijk van snelheid verlies functie. Einddoel: niertransplantatie voordat dialyse nodig is.
- Het plannen van een operatie duurt zo’n half jaar. Je moet daarnaast ook rekening houden met hoe snel de nierfunctie gaat dalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wie kan een nier doneren?

A
  • Overleden donor (DCD (prognose infaust: wachten tot iemand overlijdt), DBD)
    o Voor de nier mag het tijd tot overlijden een uur zijn. Je moet 5 min wachten nadat iemand is overleden.
  • Gaat via eurotransplant en wachtlijst: hoe groter de pool van donoren hoe beter je kan matchen.
  • wachttijd gaat in op moment van starten dialyse (niet moment van aanmelden)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de criteria voor nier donatie na overlijden?

A

Harde criteria: geen kanker, geen actieve infectie, normale nierfunctie (maar acute nierinsufficiëntie mag soms wel: we gaan ervan uit dat de nier weer op gang komt), geen proteïnurie, normale grootte van nieren.
Zachte criteria: leeftijd (< 60 jaar nauwelijks problematisch), DM?, HT?, Bekend vaatlijden? Verwachte koude ischemie tijd?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de reis die nieren maken?

A

1e warme ischemie tijd (niet meer doorbloed maar nog wel warm, de nier is nog wel metabool actief, dit vindt de nier niet fijn) –> koude ischemie tijd (op ijs) –> 2e warme ischemietijd: chirurg kijkt en beoordeeld (binnen 20 minuten zit de nier erin)
Er is een uitnameteam, dan gaat de nier in een plasticzak, ijswater, plasticzak en dan op droogijs. En dan op transport.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn kenmerken van een nier op de pomp?

A

Veel mogelijkheden voor verbetering: Koude/warme perfusie, soort vloeistof etc. Optimaliseren orgaan (Genetische manipulatie?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de criteria voor een levende donor?

A
  • normale nierfunctie en 2 nieren
  • Goede algemene conditie
  • Genezen van kanker: verschilt per type kanker hoelang.
  • > 18 jaar
    Nb leeftijd geen criterium en goed gereguleerde bloeddruk met max 2 middelen mag ook.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel van de donoren is levend en hoe groot is de kans dat zo’n donor zelf dialyse afhankelijk wordt?

A

Ongeveer de helft van de donoren is levend. De kans dat je ook dialyse afhankelijk wordt is 1:100.000, maar als je je nier hebt afgestaan dan is de kans 2-3x zo groot.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de voordelen van een levende donor t.o.v. een overleden donor?

A
  • Betere nierfunctie t.o.v. overleden donor nier: minder ischemietijd, overleden donornier heeft even tijd nodig om op gang te komen, nierfunctie bij levende donor meteen 40%
  • Planbare zorg
  • Pre-emptieve zorg
  • Kan in cross-over programma
  • Kan over immunologische barrières heen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de immunologische barrières?

A

Antistoffen die aanwezig zijn in de ontvanger tegen:
- ABO bloedgroep antigenen: O is universele donor, AB is universele ontvanger.
- HLA antistoffen: door eerdere transplantatie, bloedtransfusie en zwangerschap
Extra-programma’s om transplantatie mogelijk te maken:
- Cross-overprogramma’s
- Antistoffen verwijderen: hiermee kan je door de bloedgroep heen transplanteren.
- Antistoffen doorknippen: IdeS enzym dat antistoffen doorknipt.
Dit kan niet voor HLA antistoffen. Tegen de bloedgroepantistoffen kan de nier zich na demping beschermen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de chirurgisch barrières bij transplantatie?

A

Eerste probleem is vet: ze kijken of het mobiliseerbaar vet is. Nadeel is wondgenezing duurt lang. Te dik is voor andere centra een reden om iemand uit te sluiten voor niertransplantatie.
Tweede probleem is kalk: verkalkte arteriën. De chirurg zoekt naar een soft spot. Prognostisch is een heel verkalkt bloedvatsysteem niet goed. Je kunt verkalkte bloedvaten niet afklemmen: want dan hoor je knak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is mediale en intimale bloedvat verkalking?

A

Intimale verkalking: atherosclerotisch ulcus dit gaat verkalken in dit zorgt voor een vernauwd lumen. RF: cholesterol ontsteking roken
Mediale verkalking: stijf bloedvat maar het lumen blijft open. RF: leeftijd, nierfunctie, diabetes.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waarom IS?

A
  • Korte termijn: afstoting voorkomen TCMR, meestal behandelbaar
  • Lange termijn: afstoting voorkomen ABMR, slecht te behandelen
    3-5% van alle geheugen T-cellen kunnen reageren op vreemd HLA. Dit moet je tegengaan met IS.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke soorten IS zijn er?

A
  • T cel depletie met anti-T cellen antistoffen: ATG, Campath
  • Prednison: algemeen ontstekingsremmend en remming functie van immuuncellen
  • Calcineurine inhibitors (tacrolimus)
  • Cellcept (MMF, AZA): anti-metaboliet.
  • m-TOR inhibitors
    In het EMC; cellcept + tacrolimus + prednison
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de nadelen van IS?

A

Nadelen IS: verhoogd risico op kanker, DM, infectie risico verhoogd. Botontkalking, trillen, etc.

17
Q

Wat is het risico op afstoting?

A

In het begin is het risico op rejectie het hoogst daarna neemt het af, bij ouderen is het sws lager risico.

18
Q

Waardoor neemt het risico op afstoting af?

A

Afweer systeem van de ontvanger verandert donornier specifiek hyporesponsief. Consequentie: medicatie kan verlaagd worden

19
Q

Kan iedereen een nier transplantatie krijgen?

A
  • Leeftijd belangrijk? Denk nooit ze zijn te oud, want het kan nog steeds een langere levensverwachting opleveren.
  • Onderliggend lijden; terugkeer oorspronkelijke nierziekte
  • Chirurgisch technische overwegingen: te dik, geen aansluit mogelijkheden op bloedvaten
  • Immunologische barrières: ABO bloedgroep en HLA
20
Q

Hoe lang gaat een getransplanteerde nier mee?

A
  • gemiddeld 15 jaar
  • Oudere ontvangers gaan eerder dood.