HC 3.9 Dorst Flashcards
Wat is het verschil tussen centrale en nefrogene diabetes insipidus?
Centrale diabetes insipidus heet tegenwoordig arginine vasopressine deficiëntie. Arginine vasopressine resistentie is nefrogene diabetes insipidus. AVP = ADH
Wat zijn de verschillende dorstsignalen?
- Circadiane ritme
- Mond: smaak van water, slikken, droogte, temperatuur, ingestie van voedsel
- Circulatoire systeem: osmolaliteit, bloedvolume, bloeddruk, circulerende zoutlevels.
- Nieren: hormonen: angiotensine II
Wat is osmose?
Osmose = aantal deeltjes in een vloeistof. Het verschuiven van water naar het ene gedeelte met deeltjes naar het andere deel met deeltjes.
Wat is de homeostase omtrent dorst?
Verhoogde plasma osmolaliteit en/of een laag circulerend volume leidt tot dorst –> leidt tot een hogere inname van vocht en dit leidt tot een lagere plasma-osmoliteit. Er kan ook ADH worden afgegeven, waardoor je minder gaat plassen en minder water gaat uitscheiden. Deze systemen zijn continu bezig, en zorgen voor homeostase. Hypofyse heeft een voor en achterkwab. AVP wordt afgegeven door de achterkwab.
Hypothalamus geeft via de neuro-endocriene cellen een seintje aan de hypofyse dat ADH mag worden afgegeven aan het bloed. Dit gebeurt aangestuurd door de osmoreceptoren in de hypothalamus en de stretchreceptoren in de bloedvaten.
Wat is de anamnese/LO/Lab omtrent dorst?
Anamnese
Patiënt komt met de klacht dat hij zo’n dorst heeft.
- Hoe vaak plast de patiënt en hoeveel?
- Hoe veel drinkt de patiënt?
- Drinkt u ‘s nachts?
- Medicatie
- Roken/alcohol
- Wanneer ontstaan
- Wat gebeurt er als u niet drink?
Lichamelijk onderzoek
Hydratiestatus is moeilijk te onderzoeken. Kijk wel naar bloeddruk, pols en gewicht.
Lab
Heel afhankelijk van je DD:
- 24-uurs urine: lastig met verzamelen (al de urine verzamelen in de bokalen).
- Osmol bepalen: aantal deeltjes in een vloeistof
Wat zijn de oorzaken van dorst?
- Dorst door een droge mond: bij roken, medicatie (anti-psychotica, TC-antidepressiva), problemen met speekselklieren (na radiotherapie), Syndroom van Sjögren
- Dorst door meer intake: psychogene polydipsia (psychiatrische ziektebeelden/gezondheid (influencers)).
- Dorst door meer plassen: diabetes mellitus (glucosurie (ook bij met name SGLT-2 remmers)), urineweginfectie, hypercalciëmie, hyperaldosteronisme, AVP deficiëntie, hypokaliemie.
Hoe zorgt een hypercalciemie/hypokaliemie of lithium tot meer plassen?
Lithium verhindert GSK3beta, waardoor de expressie van AQP2 vermindert. HypoK, hyperCalciemie of hypercalciurie veroorzaken degradatie van AQP2. Hypercalciemie kan de CasR activeren en wat uiteindelijk ook tot verminderd AQP2 zorgt en dus tot verminderde urineconcentratie.
Wat is AVP deficiëntie?
Het is een zeldzame ziekte. Hypotone polyurie van meer dan 50 ml/kg lichaamsgewicht / 24 uur en meer dan 3 liter per dag drinken. Diabetes mellitus: honingzoete doorstroming, diabetes insipidus: smaakloze doorstroming.
Wat is het verschil tussen AVP deficiëntie en resistentie en wat zijn de oorzaken daarvan?
- AVP deficiëntie: hypofyse geeft geen AVP af.
o Oorzaken: aangeboren afwijkingen of verworven: trauma, tumor, infecties. - AVP resistentie: nieren reageren niet goed op AVP.
o Lithium exposure, elektrolietstoornissen (hypokaliemie / hypercalciemie)
Dit leidt ertoe dat daardoor veel water wordt uitgeplast. AVP wordt gemaakt door de hypothalamus en via de hypofyse achterkwab afgegeven aan het bloed. Functie AVP: vochthuishouding van nieren, bij een tekort houden de nieren geen vocht vast. Zeer snel ontstaan van dehydratie.
Hoe kun je erachter komen of er sprake is van een AVP deficiëntie of resistentie?
Het copeptine kun je wel meten, dit is een voorloper van het AVP. Als je ziet dat het copeptine erg hoog is dan kun je zeggen dat er sprake is van resistentie, dat er wel goed AVP wordt gemaakt.
Als het niet erg hoog is: deden we vroeger de dorstproef: je kreeg dan niks te drinken. ‘sochtends in de kliniek, wanneer je dan je AVP mits, dan blijf je dus plassen ookal krijg je geen vocht binnen. Werkt het nog wel dan stop je met plassen. Bepaling van concentratie van urine en bepaling van natrium om mate van uitdroging vaststellen. Nadelen: duurt lang, patiënten houden het lastig vol, geen goede marker
Je kunt beter een zoutinfusie test doen met een copeptine meten: natrium breng je snel toe aan het bloed en dan krijg je een stimulatie om copeptine af te geven. Co-peptine hoog dan voldoende functie van de hypofyse om AVP af te geven. Dan is de diagnose primaire polydipsie: hypofyse en nieren werken goed. Voordelen: korte duur van de test (1 uur), nadeel: bijwerkingen van hypernatriëmie: misselijkheid, braken, hoofdpijn. Arginine infuus, andere prikkel om AVP af te geven. Zout-infusie test doet het beter dan het arginine-infuus.
Wat is de behandeling van AVP deficiëntie/resistentie?
- AVP deficiëntie: desmopressine. Zelfde als het AVP hormoon, aantal keer op een dag slikken. Je krijgt patiënten vaak goed ingesteld. Als patiënten geen orale intake hebben of niet bij de kraan kunnen dan komen deze patiënten snel in de problemen.
- Osmoreceptor dysfunctie: hydratieschemie.
- AVP resistentie: oorzaak weghalen lukt nog niet, daarom symptomen behandelen, vooral veel blijven drinken
o Soms geven we amiloride bij lithium: amiloride verhindert opname van lithium in de verzamelbuis.
o Corrigeren van elektrolietstoornissen - primaire polydipsie: informeren, gedragstherapie
Wat is het effect van MDMA op de vochtbalans?
- MDMA activeert de afgifte van AVP
- MDMA verhoogt de lichaamstemperatuur; meer zwetenen meer zoutverlies
- MDMA zorgt voor weinig speeksel