HC 8.4 Laboratoriumonderzoek bij inflammatie

Question 1

Wat is een acuut fase eiwit?

Answer 1

Acute fase eiwitten: eiwitten waarvan de concentratie met tenminste 25% stijgt ten tijde van inflammatie.

Question 2

Wat zijn voorbeelden van positieve acute fase eiwitten?

Answer 2

Voorbeelden van positieve acute fase eiwitten: ferritine, CRP, serum amyloid A, haptoglobine, fibrinogeen.

Question 3

Waar duidt procalcitonine op?

Answer 3

Procalcitonine verhoogd duidt meer op bacteriële infectie. Dus je kiest voor AB.

Question 4

Wat zegt een stijging van ferritine je?

Answer 4

Ferritine stijgt bij hematologische ziektebeelden. Ferritine wordt gemaakt door de lever. En monocyten en macrofagen maken ferritine. Ziektebeeld waarbij monocyten en macrofagen heel actief worden, daarbij zie je een stijging van ferritine.

Question 5

Wat is een negatief acute fase eiwit?

Answer 5

Negatief acute fase eiwitten: albumine (bij chronische ontsteking gaat je albumine omlaag). Dit is een eiwit wat daalt bij ontsteking.

Question 6

Wat is bezinking en hoe stijgt dat?

Answer 6

Bezinking is het naar beneden zakken van ery’s: we meten na een uur. Over het algemeen is het buisje nog helemaal rood. De ery’s plakken aan elkaar waardoor ze naar beneden zakken, ery’s zijn negatief geladen dus normaal gesproken stoten ze elkaar af. De lading van de ery’s veranderd waardoor ery’s aan elkaar gaan plakken (doordat een positief deeltje bindt aan de ery). Je krijgt ook andere fysische eigenschappen waardoor ery’s sneller naar beneden zakken.
- Bezinking gaat omhoog bij infectie: door immunoglobulines (vooral IgG: 10 mg/L in het bloed).
- Fibrinogeen zorgt ook voor verhoogde bezinking. Dit stijgt o.a. bij de zwangerschap.

Question 7

Waardoor stijgt fibrinogeen?

Answer 7

• Zwangerschap
• Bij infectie en kanker stijgt fibrinogeen. Niercelkanker zorgt met name voor stijging van fibrinogeen.

Question 8

Welke kankertype zorgt voor stijging van antistoffen?

Answer 8

De meeste kankers zorgen niet voor stijging van antistoffen, Multiple myeloom wel.

Question 9

Welke overige factoren geven een verhoging van bezinking?

Answer 9

Factoren die zorgen voor verhoging van bezinking
- Ouderen
- Vrouwen

Question 10

Welke aandoeningen leiden er tot een verhoogd BSE?

Answer 10

• Infectie
• Inflammatie: auto-immuun, auto-inflammatoir
  o Alleen bij ziekten met veel antistoffen.
• Maligniteiten
  Bezinking stijgt bij auto-inflammatoire en systemische auto-immuunziekten. Bij orgaanspecifiek auto-immuunziekten niet, omdat daarbij de hoeveelheid antistoffen niet hoog genoeg is.

Question 11

Waarbij zie je een hoger BSE bij virussen of bij bacteriën?

Answer 11

Bacterie heeft meer antigenen: dus meer antistoffen. HIV is een uitzondering. HIV muteert steeds dus je krijgt veel antistoffen, dus dit geeft een hoge bezinking.

Question 12

Wat kun je zeggen over kanker en een hoge bezinking?

Answer 12

Kanker + hoge bezinking = slechte prognose.

Question 13

Wat is de functie van CRP en waarbij is het verhoogd?

Answer 13

CRP: opruimeiwit: zorgt voor de opruiming van dood weefsel. Bij infectie: neutrofielen en dode micro-organismen. Bij kanker: agressieve tumor: necrose, waardoor je CRP stijgt. Bij ischemie stijgt het CRP hoog. Bij infectie: zie je wel een hogere stijging van CRP, dan bij kanker of een infarct. CRP zorgt ook voor activatie van het complementsysteem.

Question 14

Stijgt CRP meer bij bacteriën of bij virussen?

Answer 14

CRP stijgt meer bij bacteriële dan bij een virale infectie, er gaan meer neutrofielen dood.

Question 15

Wat kun je zeggen over kanker en een hoog CRP?

Answer 15

Kanker + verhoogd CRP = slechte prognose.

Question 16

Wat was vroeger de oorzaak van amyloïdose?

Answer 16

Vroeger was de oorzaak van amyloïdose: TBC.

Question 17

Wat is calprotectine?

Answer 17

Calprotectine: neutrofielen in de darm zijn erg actief, maken calprotectine, dus inflammatie in de darm, door het meten van calprotectine in de faeces.

Question 18

Wat is sIL2r?

Answer 18

sIL2r: inflammatieparameter die zegt of er lymfocyten actief zijn. Met name nodig voor viraal, dus intracellulair, dus t-celgemedieerde reactie nodig. Want deze herkennen dat de cellen geïnfecteerd zijn.

Question 19

Welke leukocyten stijgen bij welk type infectie?

Answer 19

Leukocyten stijgen bij een infectie. Neutrofielen stijgen bij bacteriële infectie, T-cellen stijgen bij virale infecties, bij parasitaire infecties stijgen eosinofielen en basofielen. Neutrofiel kan 10 bacteriën op en een macrofaag 100.