HC 7.11 Acute leukemie Flashcards
Wat zijn de belangrijkste vormen van acute leukemie?
ALL en AML.
Vanuit welke cellen ontstaan een ALL en AML?
Als het uit gaat van een lymfoblast dan noemen we het ALL. De andere blasten geven een AML, dit zijn de myeloblast, monoblast, megakaryoblast en proerytroblast.
Wat is de pathofysiologie van acute leukemie?
Bepaalde mutaties die je krijgt gedurende je leven geeft een grotere kans op acute leukemie. DNMT3A: krijg je op vroege leeftijd, hierdoor kunnen er meerdere mutaties ontstaan.
Welke bloedwaarde hoort bij een acute leukemie?
Patiënt A
- Hb 7.0 mmol/L
- Trombo 100 x 10^9/l
- Leuko 2.0 x 10^9/l
Patiënt B
- Hb 3.5 mmol/L
- Trombo 30 x 10^9/l
- Leuko 150 x 10^9/
Beide bloedbeelden passen bij een acute leukemie
- Het bloedbeeld van patiënt B is overduidelijk een leukemie, het kan namelijk nog maar weinig andere dingen zijn dan een acute leukemie.
- Bij bloedbeeld A is alles een beetje te laag, dit is iets wat je vaak in de praktijk ziet bij een acute leukemie. Blasten horen niet in het bloed. Eerst gaan ze het beenmerg opvullen, dan gaan de bloedwaardes inzakken en dan pas komen ze later in het bloed terecht. Waardoor de leuko’s in het bloed stijgen.
Wat voor diagnostiek doen we bij een verdenking op acute leukemie?
Beenmergpunctie
- Diagnose: morfologie, immunofenotypering. De diagnose kun je hebben binnen een dag.
- Prognose: cytogenetica, moleculaire diagnostiek
Wanneer spreken we van acute leukemie op basis van morfologie?
We spreken van een acute leukemie bij meer dan 20% blasten in het beenmerg.
Wat is het nut van immunofenotypering bij het stellen van de diagnose acute leukemie?
Immunofenotypering gebruik je om onderscheid te maken tussen AML (CD-13, CD33) en ALL (B-cellen: CD20, CD19, CD22, T-cellen: CD3 en CD5). Immunofenotypering is belangrijk voor de diagnose en deels voor de follow-up. Dit kun je allemaal doen binnen een uur.
Waar kijk je naar bij cytogenetica? En waarom is dit belangrijk?
- Gebalanceerde translocaties / inversies
- Karyotypering
- Fluorescentie in situ hybridisatie (FISH)
Geassocieerd met bepaalde prognoses.
Waarom doen we moleculaire diagnostiek?
Met moleculaire diagnostiek kijk je naar fusieproducten of eiwitten die tot expressie worden gebracht. Bepaalde mutaties komen vaker samen voor. Dit is met name van belang voor de prognose. En het heeft geleid tot aanknopingspunten voor behandeling. We zien ook dat nieuwe middelen gericht op moleculaire mutaties steeds meer worden ingezet. Hiermee krijgen mensen een hogere respons, je ziet wel andere toxiciteit dan bij chemotherapie.
Hoe deel je acute leukemie in op basis van risico?
Je deelt acute leukemie in in favorable, intermediate, adverse risk.
Wat is de prognose van AML?
- Laag risico: relaps 30%, overleving 60%
- Intermediair risico: relaps 50%, overleving 40%
- Hoog risico: relaps 80%, overleving ca. 20%.
Slechtste Hodgkin dan kom je in de buurt van de beste AML. Het is er of het is er niet je kan het niet rustig houden.
Wat is de behandeling van AML?
Je moet bepalen of iemand fit genoeg is om intensieve chemotherapie te krijgen. We gaan hiervoor nu ook veel vaker de geriater erin betrekken. Als iemand fit is krijgt diegene dus intensieve chemotherapie. Als iemand niet fit is dan kan iemand niet intensieve therapie krijgen of supportive care.
Hoe ziet de intensieve therapie eruit bij AML?
Inductie: cytarabine + antracycline:
- 7 + 3
- 2 cycli
Consolidatie:
- Laag risico AML: autologe stamceltransplantatie of 3e kuur (het werkzame bestanddeel is chemotherapie). Autologe stamceltransplantatie heeft hiervoor de voorkeur, omdat het herstel sneller is, dan bij een derde kuur chemo.
- Hoog risico AML: allogene stamceltransplantatie
Wat is het FLT3 eiwit?
FLT3 is een anti-apoptose eiwit.
Mutatie in FLT3 leidt tot:
- Proliferatie
- Verminderde differentiatie
- Slechte prognose
Wat is het effect van midostaurine?
FLT3 staat bij de mutatie continu aan. Midostaurine remt dit. Dit verbetert de prognose een beetje. Stijgen van de 5 jaarsoverleving van 40% naar 55%. Het heeft een acceptabele toxiciteit: het geeft rash en misselijkheid.