HC 3.5 Buikpijn op de poli Flashcards

1
Q

Wanneer kun je de diagnose SOLK overwegen?

A

SOLK: je kunt als behandelend arts de definitie van Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten (SOLK) overwegen als een patiënt ten minste een aantal weken lichamelijke klachten heeft zonder aangetoonde lichamelijke afwijkingen. Ook niet na uitgebreid aanvullend onderzoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe presenteerd SOLK zich naast een andere ziekte?

A

SOLK kan ook optreden bij of naast een bestaande ziekte, zoals de ziekte van Crohn of Diabetes Mellitus. In dat geval zijn de symptomen veel heftiger, langduriger, met meer verschillende klachten en beperkingen of ongerustheid dan gewoonlijk het geval is. Bij de meeste patiënten nemen de klachten na verloop van tijd weer af binnen de periode van 1 jaar, maar bij 20–30% zijn de klachten persisterend.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe presenteren mensen zich met persisterende SOLK?

A

Vaak hebben patiënten met persisterende SOLK een lage subjectieve gezondheid, veel hinder in hun lichamelijk, geestelijk en/of sociaal functioneren, vaak in combinatie met angst en/of depressie, veel ziekteverzuim en heel vaak somatische co-morbiditeit. SOLK komt vaker voor onder vrouwen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is belangrijk om als arts te doen tegenover patiënten met SOLK?

A

Ook als patiënten al langer bestaande SOLK hebben is het van belang om een open en nieuwsgierige houding te hebben in het consult. Patiënten met chronische SOLK hebben vaak al vele artsen gezien en voelen zich soms zo weinig begrepen. Met een dergelijke houding kom je veel aan de weet en win je het vertrouwen van de patiënt. Wees ook alert op verandering van klachten, die kunnen duiden op een mogelijke ziekte. SOLK beschermt immers niet tegen pathologie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn de kernsymptomen en overige symptomen van prikkelbaar darmsyndroom?

A

Kernsymptomen van prikkelbare darmsyndroom:
- terugkerende buikpijn of een ongemakkelijk of opgeblazen gevoel in de buik
- veranderingen en/of wisselingen in het ontlastingspatroon (frequentie en/of vorm)
Overige symptomen:
- obstipatie
- diarree
- slijm bij de ontlasting
- winderigheid
- meer of minder klachten na eten
- meer of minder klachten na de ontlasting
- misselijkheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat moet je doen bij de anamnese van SOLK?

A

Anamnese SOLK: Naast nieuwsgierigheid, kun je in deze onderzoekende fase een aantal dingen doen om deze zo succesvol mogelijk te laten verlopen:
1. Houd rekening met de rol van gevoelens
2. Vraag eventueel naar de sociale omgeving
3. Onderzoek de instandhoudende factoren
Ook al geldt dat voor alle consulten, bij SOLK is dit nog meer van belang omdat het dé sleutel is tot het verminderen van de klachten en hun gevolgen.
4. Doe aan verwachtingsmanagement

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn de comminucatie strategieën om SOLK als diagnose te geven?

A

Voor patiënten met chronische SOLK is het belangrijk om, nadat alle informatie uit anamnese, lichamelijk onderzoek en eventueel specialistisch aanvullend onderzoek bekend is, al deze informatie op een goede manier te bespreken. Je gebruikt hiervoor enkele communicatiestrategieën:
- Gebruik positief-neutrale termen
Wanneer je de informatie doorneemt met de patiënt en er geen medische verklaring is gevonden voor de klachten, is het belangrijk dat je benadrukt wat er wèl gevonden is.
- Benoem expliciet wat het NIET is
- Richt een virtuele etalage in
De arts richt een virtuele etalage in, waarin al het medisch onderzoek dat in de loop der tijd is verzameld, een plek krijgt en met de patiënt op een rijtje wordt gezet. Er is veel en goed onderzoek gedaan. De uitslagen stellen de arts gerust. Dat is de moraal van het verhaal.
- Regisseer de hamvraag
De hamvraag voor de patiënt is: wat is het dan wel? De patiënt voelt zich al lange tijd ellendig en komt naar de internist voor antwoorden. Het is daarom belangrijk om deze vraag te bespreken.
- Bied perspectief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is de draagkracht-draaglast metafoor?

A

Het model van de draagkracht-draaglastanalyse maakt inzichtelijk waarom een situatie te veel kan zijn voor iemand. Wanneer de draaglast groter wordt dan de draagkracht ontstaan problemen. De weegschaal slaat door naar één kant. Dit kan gebeuren doordat er bijvoorbeeld veel in korte tijd gebeurt of het heel druk is, waardoor de draaglast groter wordt (zwaarder). Maar het kan ook zijn dat iemand moe of ziek is, waardoor zijn draagkracht vermindert. Resultaat is dat de eisen die gesteld worden groter zijn dan wat de persoon aan kan of denkt aan te kunnen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de wonen langs het spoor metafoor?

A

Wellicht ken je iemand die langs het spoor woont. Als je daar op visite bent en in de tuin zit, heb je elk half uur last van de Intercity die langs raast. Waarschijnlijk heb je wel eens gedacht: “Hoe moet dat zijn als je hier woont? Ik zou er gek van worden!” Jouw kennis is er echter aan gewend en ervaart het niet (meer) als storend. Misschien hoort hij het niet eens meer. Als hij er op zou gaan letten, of wanneer hij opeens meer thuis zit dan normaal, zal hij zich er weer meer bewust van zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de overal een bril metafoor?

A

Soms zijn er (ingrijpende) veranderingen bij jou persoonlijk, waardoor je opeens anders naar de wereld gaat kijken. Misschien heb je een bril of een beugel (gehad)? Gegarandeerd dat je opeens overal mensen met een bril ziet, als je er zelf net een hebt! Hetzelfde geldt als je net een baby hebt gekregen: overal kinderwagens. Het is maar net waar je op let.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de hoofdcriteria om de diagnose chronische vermoeidheid te stellen?

A

Klinisch geëvalueerde chronische vermoeidheid die onverklaarbaar is, continu aanwezig is, of herhaaldelijk terugkeert, die nieuw is, of een duidelijk begin heeft (niet het hele leven al aanwezig), die niet het resultaat is van voortdurende belasting en niet duidelijk minder wordt door rust, en die een aanzienlijke afname van het vroegere activiteitenniveau op het gebied van werk, studie, sociale of persoonlijke activiteiten tot gevolg heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de meest voorkomende parasiet die buikklachten geeft?

A

Giardia lambia is de meest voorkomende parasiet die buikklachten geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke test doe je bij verdenking op parasieten?

A

Duale feces test bij verdenking op parasieten: kijken naar wormeieren of cysten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke test doe je bij verdenking op lactose-intolerantie?

A

H2-ademtest.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat meet je met calprotectine?

A

Ontsteking in de darm, en calprotectine meet je in de ontlasting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de risicofactoren voor IBD?

A

Genetische aanleg: 10-25% heeft een familieanamnese
Omgevingsfactoren
- Roken: Verhoogd risico voor CD (HR1.5) / Bij staken: verhoogd risico voor CU (HR1.5)
- Dieet: “Westers dieet” (frituur, suiker, verwerkt eten) verhoogd risico
- Lichamelijke activiteit: Verminderd risico
Overige risicofactoren: (darm)infecties; verstoring microbioom, NSAIDs, OAC, Stress

17
Q

Wat is de kliniek van IBD?

A
  • (Bloederige) diarree
  • Systemische verschijnselen
    Complicaties
  • fistelvorming
  • Abces
  • Bloedingen
  • Toxisch megacolon
  • Perforatie
18
Q

Wat zijn de extra-intestinale manifestaties van IBD?

A

10% bij presentatie, 25% lifetime
- Muscoloskeletaal: arthropathie, artritis, Bechterew
- Oog: Uveitis, episcleritis
- Huid: Erythema Nodosum en Pyoderma gangrenosum
- Hepatobiliare ziekte: Primairy sclerosing cholangitis, Leververvetting, Autoimmuun leverziekten en Galstenen
- Trombose: Arterieel en veneus
- Nierstenen
- Osteoporose

19
Q

Hoe stel je de diagnose IBD?

A
  • Kliniek
  • Endoscopische bevindingen
    o Erytheem
    o Oedeem
    o Oneffenheden slijmvlies
    o Fragiel en makkelijk bloedend slijmvlies
    o Pseudopoliepen
    o Erosies
    o Ulcera
  • PA bevindingen
20
Q

Wat zie je bij een colonoscopie bij IBD?

A
  • Collitis Ulcerosa: continue oppervlakkig ontstekingsbeeld, uitbreidend vanaf de anus naar proximaal en meestal abrupt eindigt
  • Ziekte van Crohn: discontinue patroon met afwisselend normale en aangedane mucosa. Typisch; grillige of lineaire ulcera met een hobbelig aspect “cobble stones”
21
Q

Wat zijn de PA bevindingen bij IBD?

A
  • Collitis Ulcerosa: crypt abcessen, verkorting, atrofie
  • Ziekte van Crohn: focale ulceraties en granulomen
22
Q

Wat is de behandeling van IBD?

A

Meestal via MDL, Therapie hangt af van
- CU / CD
- Anatomische locatie
- Ernst van de ziekte
- Doel van therapie (inductie of onderhoud)
Immuunsuppresiva: 5ASA, steroiden, immunomodulatoren, biologicals of chirurgie.

23
Q

Kenmerken malabsorptie?

A

Onvoldoende opname van voedingsstoffen uit de darm
Oorzaken
- beschadiging slijmvlies
- vermindering van absorberend oppervlak
- enzymdeficiëntie
- Pancreas insufficientie
- maagverkleining of gastric bypass

24
Q

Wat zijn de oorzaken van malabsorptie?

A
  • Infectieus
    o Parasieten
    o HIV
    o Bacteriële overgroei
    o Tuberculose
    o M. whipple
  • Door enzymdeficiëntie
    o Lactose-intolerantie
  • Slijmvliesafwijkingen
    o Coeliakie
    o Koemelkallergie
  • Afwijkende structuur
    o M. Crohn
    o Amyloidose
    o Lymfoom
25
Q

Wat zijn de kenmerken van coeliakie?

A

Glutenintolerantie: immunologische reactie -> beschadiging darmslijmvlies
Diagnose: Antigliadine-antilichamen, Anti-endomysium, Anti-weefseltransglutaminase
Behandeling: Dieet

26
Q

Wat zijn de kenmerken van IBS?

A

Meest voorkomende darmaandoening
Klachten
- Buikpijn
- Afwijkend ontlastingspatroon
- Gasophoping in de maag en darmen
Diagnose stellen
Diagnose per exclusionem: door uitsluiten andere pathologie
- Bloedonderzoek
- Onderzoek ontlasting
- Beeldvorming
- Scopie
Mensen met IBS ervaren sneller pijn, dan mensen die het niet hebben.
Uitleg is de belangrijkste behandeling

27
Q

Hoe ontstaat IBS?

A

Relatie met darm-brein-as. Invloeden van
- Omgeving
- Infecties
- Slaap
- Dieet
- Genetische factoren
Gaat vaak gepaard met:
- Angststoornissen
- Depressie
- Chronisch vermoeidheidssyndroom

28
Q

Wat is de behandeling van IBS?

A
  • Medicijnen
    o Spasmolitica
    o Pijnstillers
    o Bulkvormers
    o Vitamines
    o Antidepressiva
  • Dieet (FORMAPs)
  • Probiotica
  • Psychologische ondersteuning
  • Uitleg
29
Q

Hoe groot deel van de klachten op 1e en 2e lijns zorg is onverklaarbaar?

A

1/3e

30
Q

Wat is de richtlijn van SOLK?

A

Lichamelijke klachten langer dan enkele weken, waarbij je geen somatische verklaring kan vinden, die de klacht voldoende verklaren. Er kan wel ziekte zijn, met klachten die erger zijn dan je verwacht.
Stepped care. Huisarts heeft regiefunctie.
Taken uit richtlijn
- Adequate diagnostiek naar ziekten die klacht kunnen verklaren
- Werkhypothese SOLK tijdig stellen
- SCEGS klachten exploratie => ernst + in stand houders
- Uitleg: geen ziekte, wel in stand houdende factoren
- Plan om in stand houdende factoren te doorbreken
- Ernstige SOLK -> verwijzing GGZ / Revalidatie

31
Q

Wat is ALK?

A

ALK = aanhoudende lichamelijke klachten. Breder dan SOLK ook mensen die na ziekte veel klachten houden.

32
Q

Wat is de SCEGS-structuur?

A
  • Scherp in Somatiek
  • Wees nieuwsgierig naar Cognities (wat mensen denken over hun klachten, wat willen ze van jou? Hebben ze een ziekte in hun hoofd?)
  • Impact hebben op Emoties, Gedrag, Sociale omgeving.
    o Hoe gaan mensen om je heen om met de klachten? Je bent vooral benieuwd naar wat de partner en familie vindt over de klachten. Slechte dokter, blijf maar liggen op de bank.
    o Je zoekt naar mogelijke dingen die klachten in stand houden of versterken.
    o Wat houdt je over aan je sociale netwerk? (kan leiden tot meer tijd om te piekeren)
  • Als je elke keer de klacht naar boven haalt, dan kan je dieper ingaan op hoe mensen met de klacht omgaan. Als je dat niet doet heb je een goede relatie nodig met de patiënt.
    Belangrijk voor de patiënt is zich gehoord voelen.
33
Q

Wat zijn de biologische instandhoudende factoren?

A
  1. slaapproblemen, 2. slechte lichamelijke conditie, 3. afwijkend voedingspatroon, 4. verhoogd gevoelig voor lichamelijke sensaties.
34
Q

Wat kun je doen om mensen met SOLK te informeren?

A
  • Virtuele etalage: bevindingen bespreken, patiënt perspectief, positief – neutrale taal
  • Interactieve uitleg: geen ziekte, wat is het dan wel? Uitleg SOLK + in stand houders. Visualiseren: tekenen, metafoor.
  • Voorstel beleid: verbinden pt en perspectief geven. Check of patiënt het eens is met beleid dat je voorstelt.
35
Q

Wat is het biopsychosociale model?

A
36
Q

Hoe ontstaat chronische buikpijn?

A
  • Diverse hersencircuits, mn limbische systeem betrokken bij pijnsignaal (‘volumeknop’)
  • Centrale sensitisatie: Zenuwstelsel wordt gevoeliger voor pijn: Prikkels geven langere en intensere pijnsensatie
    Gevolg: Potentieel niet-gevaarlijke boodschappen worden als gevaarlijk (=pijnlijk) afgegeven. Niks gevonden dan moeten we de instandhoudende factoren gaan aanpassen