HC 4.2 Kliniek van dementie Flashcards

1
Q

Wat zijn oorzaken van cognitieve functie verlies?

A
  • Degeneratieve ziekte: FTD, Alzheimer, Lewy body
  • Traumatisch hersenletsel
  • Vasculaire schade: stroke, bloeding, microvasculaire schade, CAA.
  • Infectieus: meningitis, encephalitis
  • Metabool: hepatische encefalopathie, electrolytstoornissen
  • Cerebrale hypoperfusie: hypotensie, sepsis, dialyse
  • Psychiatrie: depressie, angst, schizofrenie, bipolaire stoornis
  • Delier
  • Medicamenteus: benzodiazepinen, antihistaminica, TCA, morfine
  • Drugs/alcohol
  • Prion ziekte: Creutzveld-Jacob
  • Ziekte van Parkinson
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de prevalentie en incidentie van dementie?

A

Prevalentie wereldwijd: 47,5 miljoen, in NL: 336.000. Incidentie: 20.000.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn de risicofactoren van dementie?

A
  • Gehoorsverlies
  • Leeftijd
  • Laag opleidingsniveau
  • Genetica (10% van Alzheimer)
  • Depressie
  • Alcohol/roken
  • Fysieke inactiviteit
  • Cardiovasculair: HT, DM, metabool syndroom, roken
  • Luchtvervuiling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoeveel procent van de oorzaken van dementie zijn mogelijk te voorkomen?

A

40%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het risico om tijdens je leven dementie te krijgen?

A

20-30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn de klinische kenmerken van Alzheimer?

A
  • Bewustzijn/aandacht
  • Oriëntatie
  • Verminderde (i)ADL: iADL: huishouden, boodschappen, ADL: aankleden enz.
  • Persevereren: herhalen van bepaalde zinnen
  • Herkennen kinderen/partner
  • Head turning sign: meteen naar je partner kijken als je het antwoord niet weet op de vraag.
  • Hallucinaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Mag je autorijden met dementie?

A

Niemand mag autorijden met dementie, behalve na een rij-test bij het CBR. Alleen je bent niet verzekerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke cognitieve domeinen zijn er?

A
  1. Leren en geheugen
  2. Complexe aandacht/executieve functies
  3. Taal
  4. Visuopatieel vermogen
  5. Sociaal/persoonlijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel cognitieve domeinen zijn aangedaan bij diagnose dementie?

A

2 of meer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de executieve functies?

A
  • Respons inhibitie: eerst nadenken voordat je antwoord geeft
  • Werk geheugen
  • Emotie regulatie
  • Volhouden aandacht
  • Taak initiatie
  • Planning en prioritering
  • Organisatie
  • Time management
  • Doelgericht gedrag
  • Flexibiliteit
  • Meta-cognitie: weet hoe je moet leren en hoe je dat je zelf moet aanleren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het visuopatieel domein?

A
  • Ruimtelijk inzicht
  • Rekenen
  • Tekenen
  • Hallucinaties
  • Verdwalen
  • Personen niet meer herkennen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het taaldomein?

A

Uitspreken, taalkundig zijn, makkelijk op woorden komen, het goed uitspreken van de taal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is Mild Cognitive Impairment?

A

Aandoening in 1 of meer cognitieve domeinen. GEEN interferentie in dagelijks functioneren. Belangrijke kenmerken: 50% binnen 3 jaar dementie. Er is geen behandeling voor. Mensen hebben er wel last van omdat ze bang zijn om de diagnose dementie te krijgen. De kans om dementie te krijgen met een MCI is ook afhankelijk van de leeftijd. Als je jong bent is de kans op dementie lager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de criteria van dementie?

A

Interferentie in het dagelijks functioneren, afgenomen functie t.o.v. eerder. Niet te verklaren door een delier of depressie. 3-6 maanden herstel tijd na een delier. Diagnose wordt gesteld op basis van objectieve testen. Cognitieve achteruitgang in 2 of meer domeinen. Ook belangrijk om uit te vragen, wat kon je nu en wat kon je eerder.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de verschillende vormen van dementie?

A

Alzheimer komt het meest voor, daarna vasculaire dementie. Daarnaast heb je ook Lewy bodie, Parkinson dementie en fronto-temporaal dementie. Vasculaire dementie komt steeds meer voor: door diabetes HT en obesitas.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de kenmerken van de ziekte van Alzheimer?

A

Meest voorkomende vorm van dementia (>50%)
Belangrijkste kenmerken
- Traag beloop (15-25 jaar)
- Aangedane cognitieve domeinen
o Geheugen/woordvindstoornissen
o Visuopatieel
o Executieve functies (oordeelsvermogen, planning, problemen oplossen)
- Geheugen en visuopatieel zijn echt als eerste aangedaan bij ziekte van Alzheimer.
Geen vasculaire schade. Zekerheid diagnose bij genmutatie PSEN1/2, APP. Toekomst mogelijk biomarker based diagnose obv amyloid.

17
Q

Wat is de clinical dementia rating (CDR)?

A
  • Mild (Stadium 1): Patiënten in dit stadium vertonen vaak subtiele symptomen die het dagelijkse functioneren kunnen beïnvloeden, maar ze zijn vaak nog in staat om zelfstandig te wonen.
  • Matig (Stadium 2): In dit stadium worden de symptomen duidelijker en hebben patiënten vaak hulp nodig bij dagelijkse handelingen. Gedragsveranderingen kunnen ook optreden.
  • Ernstig (Stadium 3): Dit is het meest gevorderde stadium van dementie, waarbij patiënten volledig afhankelijk zijn van zorg en hulp. De mobiliteit en fysieke functies zijn vaak ernstig aangetast.
18
Q

Wat is de pathofysiologie van alzheimer?

A

Pathofysiologie Alzheimer onbekend: amyloïd en tau-eiwitten slaan neer in de hersenen. Maar geen duidelijk verband tussen amyloïd neerslag en klachten. Nu ook een inflammatie theorie. De inflammatietheorie van Alzheimer stelt dat chronische ontstekingsprocessen in de hersenen een belangrijke rol spelen bij het ontstaan en de progressie van de ziekte. De genen die betrokken zijn bij alzheimer geven geen informatie over waarom het amyloïd neerslaat in de hersenen.

19
Q

Wat zijn de kenmerken van vasculaire dementie?

A

Diverse oorzaken:
1. Hypoperfusie (shock/stenose): Stenose: carotis of vertebralis.
2. Bloeding
3. Infarct
Criteria
- Afwijkingen zowel bij LO als op beeldvorming
- Interferentie in dagelijks functioneren
Er is een relatie tussen functioneren en radiologische afwijkingen merkbaar door bv
- Ontstaan binnen 3 maanden na CVA
- Abrupte verslechtering cognitieve functies
- Fluctuaties of stapsgewijze verslechtering

20
Q

Wat is cerebrale small vessel disease?

A

Cerebrale small vessel disease (SVD) is een aandoening waarbij de kleine bloedvaten in de hersenen beschadigd raken (endotheelschade). Dit kan leiden tot verminderde doorbloeding en schade aan hersenweefsel. SVD komt vaak voor bij ouderen en kan bijdragen aan cognitieve achteruitgang, beroertes, en problemen zoals geheugenverlies, traagheid in denken en moeite met lopen. Het wordt vaak zichtbaar via MRI-scans als witte stofafwijkingen. Risicofactoren zijn onder andere hoge bloeddruk, diabetes, slaapapneu, hyperlipidaemie en roken. Dit gaan we steeds vaker zien.

21
Q

Wat is het verschil tussen Alzheimer en vasculaire dementie?

A
22
Q

Wat zijn de kenmerken van frontotemporale dementie?

A

Twee varianten: gedrag en taal
Klinische kenmerken
- Ontremd gedrag
- Vroege apathie
- Verlies sympathie/empathie
- Zich herhalend gedrag (herhaalde bewegingen/spraak, rituelen)
- Toegenomen eetlust/veranderde eetgewoonte
- Relatief gespaard geheugen en visuopatieel geheugen
Beeldvorming: frontale atrofie of hypoperfusie. Voorste gedeelte van de hersenen zijn aangedaan. Groot gedeelte genetisch: c9ORF, GRN, KAART (vaak gelinkt aan ALS, psychiatrische stoornissen). FTD komt voor tussen de 40-60 jaar.

23
Q

Wat zijn de kenmerken van lewy body dementie?

A

Ontdekt door neuroloog F. Lewy (1885-1950). Incidentie 3.5 per 100 000 persoon jaren. Begint met stoornis in aandacht en visuopatieel
Alpha syncucleine (eiwit betrokken bij neurotransmissie) gaat kapot en vormt lewy bodies. De lewy bodies slaan neer in de hersenen en deze kan je daar ook aantonen. Het is een ziektebeeld die lijkt op de ziekte van Parkinson.

24
Q

Wat zijn de klinische verschijnselen van lewy body dementie?

A

2 of meer kernsymptomen:
- Fluctuaties cognitieve achteruitgang. De cognitieve functie bij lewy body is flunctuerend over de dag of over de tijd.
- REM-slaap stoornissen
- Terugkerende gedetailleerde visuele hallucinaties
- Parkinsonisme
Overige symptomen: Overgevoeligheid antipsychotica, wanen, angst/apathie, hypersomnia, depressie
Indicatieve biomarkers: PSG, DAT-scan, MIBI scan

25
Q

Wat zijn de criteria van parkinson

A

Criteria Parkinson: bradykinesie (alles wordt slomer), tremoren, rigiditeit (stijver in al je handelingen)

26
Q

Wat zie je bij dementie op zenuwniveau?

A

Bij dementie zie je een verminderde cholinerge activiteit.

27
Q

Wat is de prognose van dementie?

A

Dementie op latere leeftijd en in combinatie met verschillende ziektebeelden geeft een slechtere prognose.