HC 5.9 Kalium en zuur/base Flashcards

1
Q

Wat zie je op dit ECG?

A

QRS-complex is breed: Als de overdracht niet evenredig verloopt dan krijg je een breed complex. Er is dan sprake van intraventriculaire geleidingsvertraging. Sinusritme. Hoge T-golf.
- Past bij een hyperkaliëmie: breedcomplex en hoge t-toppen. Dit zie je dan het eerst (t-top)
- Bij nog ergere stijging: meer samenvloeiing van T-toppen en QRS complex: waardoor je een sinus gaat zien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de behandeling van een hyperkaliëmie?

A

Voorkomen van ritmestoornis is het behandeldoel. We zijn bang voor VT of VF
- Restore: Calciumgluconaat of calciumchloride: hierdoor heb je 20-30 minuten om na te denken over verdere behandeling
- Redistributie: insuline-glucose, salbutamol, natriumbicarbonaat (werkt heel snel)
- Remove: lisdiuretica, herstel diurese, infuus (als het door uitdroging komt), kaliumbinder, dialyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waar kunnen mensen met een hyperkaliëmie nog meer last van krijgen?

A

Zwakte van de spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het effect van hyperkaliëmie op de membraanpotentiaal?

A

Normaal gesproken is er een groot verschil in kaliumconcentratie tussen het binnen- en buitenmembraan van cellen, wat cruciaal is voor het behouden van het rustmembraanpotentiaal. Hyperkaliëmie verkleint dit verschil, wat leidt tot een minder negatief rustmembraanpotentiaal. Dit betekent dat de cel dichter bij de drempelwaarde komt waarop een actiepotentiaal wordt gegenereerd, waardoor de cel gemakkelijker geprikkeld kan worden, maar tegelijkertijd kan het ervoor zorgen dat de natriumkanalen inactiveren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het effect van calciumgluconaat/chloride op een hyperkaliëmie?

A

Calciumgluconaat of calciumchloride herstelt de normale functie van de natriumkanalen door de drempelwaarde voor depolarisatie te verhogen, waardoor de effecten van hyperkaliëmie op het actiepotentiaal worden tegengegaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe werkt de redistributie van kalium?

A
  • Insuline stimuleert de Na/K pomp, natrium gaat de cel uit en kalium gaat de cel in. Bèta2-agonist doet hetzelfde.
  • Door bicarbonaat te geven dan wissel je ook Na uit voor K, door eerst natrium de cel in te doen in ruil voor H+.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waar in de nier vindt de kaliumuitscheiding plaats?

A

Distale nefron zorgt voor veel kaliumuitscheiding. Door aldosteron. In de darm heeft aldosteron ook effect op de uitscheiding van kalium.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welk hormoon kan ook zorgen voor kaliumuitscheiding?

A

Ook cortisol heeft hetzelfde effect als aldosteron. Maar het wordt omgezet naar cortison, en kan daardoor niet binden aan de MR receptor. Dropgebruik remt dat enzym.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is er bijzonder aan de nier omtrent kalium?

A

Voordat de nier het kalium binnenkrijgt gaat het al kalium uitscheiden. Dus de nier weet al dat het binnenkomt en gaat het uitscheiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bereken je de osmol gap?

A

Osmolaliteit – (2x Na + ureum + glucose)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarbij kun je een grote osmol gap zien?

A

Een grote osmol gap zie je bij een alcohol intox.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de behandeling van een methanolintoxicatie?

A

Behandeling: methanolintoxicatie: dialyse of fomepazol/ethanol. Klaring bij HD is groter dan bij CVVH.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar kan een methanolintoxicatie tot leiden?

A

Blindheid, hoge bloeddruk treedt erbij op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is het verloop van de bloedwaarden bij een methanolintoxicatie?

A

In de loop van de tijd wordt de osmolgap kleiner en de aniongap groter.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Inmiddels op de poli.
- Spironolacton > stop
- 60 mmol KCl drank per dag
- Geen hypertensie
- Ontkent het gebruik van drop, diuretica of laxantia
- Van het “sportieve genre” (hardlopen, fitness,body pump, XCORE, paardrijden)
Uw diagnose?
A. Braken
B. Primair hyperaldosteronisme
C. Diureticamisbruik
D. “Lifestyle” hypokaliëmie

A

Antwoord B kan niet want het aldosteron was niet verhoogd. Lifestyle hypokaliëmie bestaat niet. Dus het kan komen door braken of diuretica misbruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een normale kalium inname?

A

80 mmol inname kalium per dag.

17
Q

Wat is een normale pH van urine?

A

normaal rond de 6.

18
Q

Wat is het stroomschema van alkalose?

A

Je kijkt eerst naar de volumestatus: hypervolemisch: dan ga je kijken naar de mineralocorticoid excess, hypovolemisch: dan ga je kijken naar urine chloride. Urine chloride < 10 mEq/L dan komt het door braken of diuretica, > 10 mEq/L dan ga je de urine pH meten. Boven de 7 dan komt het door braken of bicarbonaat inname, <6 dan komt het door diuretica of laxantia.
Lang braken geeft een laag urine chloride
In het begin van diuretica gebruik zie je nog een hoog chloride in de urine.