HC 7.2 Multiple Myeloom Flashcards
Wat zijn de kenmerken van de hematopoëse? En wat gaat er fout bij een multiple myeloom?
Alle bloedcellen ontstaan uit de stamcel. Er zijn 3 groepen bloedcellen: erytrocyten, trombocyten en leukocyten. Leukocyten kun je ook in 2 groepen indelen: myeloide leukocyten en lymfatische leukocyten (T- en B-lymfocyten). Plasmacel wordt kwaadaardig bij een multiple myeloom.
Wat is de functie van plasmacellen?
Plasmacellen zijn geavanceerd omdat ze de mogelijkheid hebben om antistoffen te maken. Per infectie, maakt de cel 1 specifieke antistof. Dit is een heel specifiek systeem.
Hoe ziet de structuur van immunoglobulines eruit?
Je hebt twee zware ketens (IgG/A/D/E/M) en twee lichte ketens (kappa en Lambda).
Wat is het verschil tussen gezonde immunoglobulines en M-proteïne?
Gezond: verschillende plasmacellen maken verschillende immunoglobulines. Als een plasmacel kanker wordt, dan krijg je allemaal kopieën van deze cel, ze maken dus maar 1 type immunoglobulines. Al deze dezelfde immunoglobulines noemen we M-proteïne: deze immunoglobulines zijn afunctioneel. Altijd maar 1 type zware en lichte keten.
Wat zijn de kenmerken van woekering van plasmacellen?
- Woekering van aantal plasmacellen beenmerg: plasmaceldyscrasie
- Plasmacellen zijn allemaal hetzelfde: monoklonale plasmacelpopulatie
- Productie van allemaal dezelfde immunoglobuline: m-proteïne
Welke typen plasmaceldyscrasie zijn er?
MGUS, smoldering myeloom en multiple myeloom.
Hoe kun je differentiëren tussen de verschillende plasmaceldyscrasieën?
Alleen bij een multiple myeloom moet je behandelen. Je moet kijken naar 3 factoren om onderscheid te maken: hoogte M-proteïne, hoeveelheid plasmacellen in het beenmerg, schade aan andere organen. Alleen bij multiple myeloom zie je orgaanschade. Elke multiple myeloom heeft vooraf een MGUS, andersom hoeft niet.
Hoeveel procent van de 80-jarigen heeft een MGUS? Wat is de kans dat een MGUS zich ontwikkeld tot een multiple myeloom?
10% van de 80 jarige heeft een MGUS, maar 1% kans per jaar op een MM. Op jongere leeftijd MGUS hoe groter de kans op een multiple myeloom.
Wat is nog een stap erger dan multiple myeloom?
Erger dan MM is een plasmacelleukemie: dan zitten de gemuteerde plasmacellen niet alleen in je beenmerg maar ook in je bloed en dit heeft een slechtere prognose.
Wat is serum eiwit elektroforese? En hoe ziet dit eruit bij multiple myeloom?
Serum eiwit elektroforese (SPEP). Bij SPEP slaat eiwit neer afhankelijk van lading en grootte. Albumine is heel groot en slaat als eerste neer. De elektroforese streep voor immunoglobulines is bij multiple myeloom een dunne streep. Normaal is dit een brede streep door het uitgebreide assortiment van immunoglobulines. Je meet de amplitude en hierdoor weet je hoe veel M-proteïne er is. Albumine is normaalgesproken 40.
Wat is serum immunofixatie?
Immunofixatie kun je gebruiken om kleine hoeveelheden m-proteïne te detecteren. Je kijkt dan naar welk type M-proteïne er is en je kunt kleine hoeveelheden zien. Je kan het alleen niet kwantificeren.
Wat zijn de kenmerken van een beenmergpunctie bij Multiple Myeloom?
Foetushouding, bekkenkam (botvlies verdoven), met appelboortje naar het zachte gedeelte: beenmergbloed opzuigen en botbiopt nemen. We nemen bij MM een botbiopt omdat de ziekte ook focaal voor kan komen, en dan kan je het dus missen met een aspiraat. Onder de microscoop bekijk je de morfologie van de cellen in het uitstrijkje. Plasmacellen hebben een excentrische celkern. Daarnaast kijken we ook naar cytogenetica: met FISH: we kijken dan naar DNA-foutjes die geassocieerd zijn met een slechte prognose.
Welke genetische mutatie is geassocieerd met een slechte prognose bij MM?
Een voorbeeld hiervan is deletie 17p, hiervoor geldt de volgende behandeling 2x hoge dosis chemotherapie + autologe stamceltransplantatie.
Welke genetische mutatie is geassocieerd met een gunstige prognose bij MM?
Hyperdiploïdie = gunstig.
Wat zijn de CRAB criteria?
- C = Calcium: Hypercalciëmie (verhoogde calciumwaarden in het bloed): Serumcalcium > 2.75 mmol/L (of > 11 mg/dL)
- R = Renal failure (nierfalen): Serumcreatinine > 177 µmol/L
- A = Anemia (bloedarmoede): Hemoglobinewaarde > 2 g/dL onder de ondergrens van normaal
- B = Bone lesions (botlaesies): Aanwezigheid van lytische botlaesies, zichtbaar op röntgenfoto’s of andere beeldvormingstechnieken