HC 3.3 Acute buik vs acute buikpijn deel 1 Flashcards

1
Q

Wat is een acute buik?

A

Een acute buik is een urgente aandoening die progressief en ernstig kan verlopen zonder medische interventie. Acuut ontstane buikpijn, waarbij de diagnose niet duidelijk is en er met spoed een medische beslissing nodig is (meestal operatief ingrijpen)
- Peritonitis
- Darmobstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de kenmerken van acuut ontstane buikpijn?

A

Acuut ontstane buikpijn is buikpijn die acuut ontstaat (binnen een week). Meest voorkomende oorzaken: inflammatie, infectie, obstructie. Onschuldig tot levensbedreigend. Een acute buik kan een oorzaak zijn van een acuut ontstane buikpijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke DD past bij buikpijn rechtsonder?

A

Rechtsonder: darm: appendicitis, IBD, darminfecties, nier: nefrolithiasis, pyelonephritis, cystitis, voortplanting: SOA, ectopische zwangerschap, salpingitis (ontsteking eileider), torsio testis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke DD past bij buikpijn rechtsboven?

A

Rechtsboven: lever: acute hepatitis, abces, Budd Chiari syndroom (uitflow obstructie van de lever, maar niet door het hart), Vena porta trombose. Galweg: cholangitis, cholecystitis, biliaire koliek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke DD past bij buikpijn linksboven?

A

Linksboven: milt: abces of infarct, maag: gastritis, ulcus pepticum, pancreas: pancreatitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke DD past bij buikpijn linksonder?

A

Linksonder: darm: diverticulitis, nier en voortplanting.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke DD past bij buikpijn epigastrisch?

A

Epigastrisch: ulcus pepticum, refluxziekte, gastritis, pancreatitis, hartinfarct, ruptuur aneurysma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke DD past bij buikpijn umbilicaal?

A

Umbilicaal: vroege appendicitis, gastroenteritis, darmobstructie, ruptuur aneurysma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke DD past bij buikpijn diffuus?

A

Diffuus: peritonitis, darmobstructie, FMF (periodieke koorts, behandelen we met colchicine), porfurie (heem wordt niet goed verwerkt, mensen krijgen hierdoor aanvallen van buikpijn), mesenteriale ischemie, gastro-enteritis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe werkt de lokalisatie van pijn de buik?

A

Pijn receptoren:
- mechanische stimuli (rek)
o Viscerale nociceptoren
o Lokalisatie onbetrouwbaar
o Referred pain
- Chemische stimuli (inflammatie of ischemie)
o Mucosale receptoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke soorten typen van een ileus zijn er? En hoe kun je het verschil ausculteren?

A

Gootsteengeruis = mechanische ileus. Stille buik = paralytische ileus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de oorzaken van een obstructieve ileus?

A

Oorzaken obstructieve ileus (dunne darm)
- A: Adhesions (verklevingen, zien we vaak na operaties)
- B: Bulge (massa in de darm, uit de hand gelopen obstipatie)
- C: Cancer
Other causes: GIVES BAD CRAMPS
- Gallstone ileus
- Intussusception: darm schuift in elkaar
- Volvulus: darm draait om zichzelf heen
- External compression
- SMA syndrome: duondenum komt klem te zitten tussen de aorta en de aftakkende SMA.
- Bezoars, bowel wall hematoma
- Abscesses
- Diverticulitis
- Crohn’s disease
- Radiation enteritis
- Annular pancreas
- Meckel’s diverticulum
- Peritoneal adhesions
- Stricture

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zie je op dit plaatje?

A

Kalibersprong: punt waar de darm van dik naar dun gaat, hier zit de obstructie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de oorzaken van een paralytische ileus?

A
  • Postoperatief (abdominale chirurgie)
  • Medicamenteus: opiaten, middelen met anti-cholinerge bijwerkingen
  • Inflammatoir intra-abdominaal proces
  • Sepsis/shock
  • Dwarslaesie
  • Retroperitoneale bloeding
  • Elektrolytstoornissen (hypokaliemie, hypercalciemie, hypothyreoidie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly