HC 4.1 Medisch ethische dilemma’s Flashcards

1
Q

Wat is passende zorg?

A

Passende zorg: elke patiënt van elke leeftijd, moet je steeds nadenken of de zorg die je hebt bedacht past bij de patiënt die tegenover me zit. Het gaat erom of de zorg past bij de patiënt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Vanaf welke leeftijd behandel je iemand niet meer?

A

Leeftijd: het is niet makkelijk om een grens te stellen. Tegenwoordig wordt vaak een grens van 70 jaar gebruikt. Maar een goede grens stellen is niet gemakkelijk.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is ethiek?

A
  • Ethiek: de wetenschappelijke of systematische studie van moraal. Ofwel: kritisch nadenken over wat (moreel) goed is om te doen
  • Moraal: het geheel van morele normen en waarden dat door een individu of binnen een groep, instelling of cultuur als een belangrijke richtlijn voor het eigen handelen wordt beschouwd.
  • Een moreel standpunt bevat redenen en argumenten die te maken hebben met morele waarden en n ormen.
  • Waarden en normen zijn contextafhankelijk, cultuurafhankelijk, persoonsafhankelijk
  • Iedereen heeft waarden en normen!
  • Arts heeft te maken met persoonlijke, beroepsmatige en maatschappelijke waarden en normen (deze kunnen botsen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn waarden?

A
  • Waarden zijn richtinggevend voor het handelen
  • Bijvoorbeeld: eerlijkheid, weldoen, niet schaden, vertrouwen, privacy, autonomie, rechtvaardigheid
  • Waarden zijn de fundamenten van de normen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn normen?

A
  • Zijn er om waarden te realiseren
  • Normen zijn handelingsvoorschriften die aangeven wat je in een bepaalde situatie hoort te doen: kloppen voor het binnengaan
  • Normen kunnen plichten tot handelen of plichten tot nalaten zijn.
  • Liever onenigheid over normen dan over waarden
  • Als normen botsen kom je er wel uit. Bij botsende waarden heb je een ‘moreel dilemma’.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een moreel dilemma?

A

Een moreel dilemma: een moreel dilemma is een conflict tussen twee morele waardes, die ieder om een verschillend handelen vragen.
- Bijv. euthanasie, orgaandonatie bij leven
o Bij euthanasie: plicht om lijden te verlichten vs. plicht om leven te behouden
o Orgaandonatie bij leven: plicht om te genezen vs. plicht niet te schaden
Moreel dilemma kent geen goede oplossing, elke keuze gaat ten koste van een andere waarde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer ben je wilsbekwaam?

A

Voor het ene kan je wel wilsbekwaam zijn, terwijl je dit voor het andere niet bent.
4 criteria (appelbaum criteria):
- vermogen om keuze te maken
- vermogen om informatie te begrijpen
- vermogen om voor- en nadelen af te wegen
- vermogen om voor- en nadelen te ‘waarderen’: betekenis aan te geven in de specifieke situatie. Context maakt uit.
Kunt u het mij terug vertellen?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Kan een patiënt zomaar iets eisen?

A

Patiënten kan niet zomaar wat eisen, je moet iets doen wat medisch zinvol is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly