HC 4.8 Gedragsproblemen bij dementie Flashcards

1
Q

Wat zijn de kenmerken van FTD?

A

Genetische component bij FTD, gedragsverandering zie je heel vroeg bij de ziekte, snel progressief. Zie je vaak bij jongere mensen. Ook wel op oudere leeftijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de levensverwachting bij dementie?

A

Levensverwachting van een patiënt met dementie: 6,5-7 jaar. Met name bij Alzheimer. Bij FTD is het 3 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer spreekt men van probleemgedrag bij dementie?

A

Probleemgedrag is alle gedrag dat gepaard gaat met lijdensdruk of gevaar voor de persoon met dementie of voor mensen in zijn of haar omgeving. Het kan zijn dat de patiënt geen last heeft van het gedrag of de familie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat moet je doen om probleemgedrag te ontrafelen bij dementie?

A

Het is belangrijk om alle stappen van het bio-psychosociaal model doorlopen. Om te begrijpen waar de problemen vandaan komen. Dit lukt niet binnen 10 min op het spreekuur van de huisarts.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke vormen van probleemgedrag bij dementie ken je?

A
  • Psychotisch gedrag (hallucinaties/wanen)
  • Depressief gedrag
  • Angstig gedrag
  • Geagiteerd/agressief gedrag
  • Rusteloos of prikkelbaar gedrag (loopdrang, nachtelijke onrust)
  • (seksueel) Ontremd gedrag
  • Roepgedrag
  • Apathisch gedrag: mensen hebben zelf geen last van de apathie (niks doen), maar de omgeving heeft er wel last van.
    Sterkte van het steunsysteem beïnvloed de ernst van het gedrag. Het ene gedrag is niet erger dan het ander.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe vaak komt probleemgedragsproblemen bij dementie voor?

A

40% van de mensen met MCI. 60% van de mensen met een beginnende dementie. Komt voor bij 90-100% van de patiënten gedurende het beloop van de dementie. Bij progressie van de dementie neemt de ernst van het gedragsprobleem en het aantal gedragsproblemen veelal toe.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wanneer vindt de eerste klinische presentatie van gedragsproblemen plaats bij dementie?

A

Eerste presentatie gedragsproblemen: veel gedragsproblemen zie je al voordat de drempel van klinische dementie wordt bereikt. Zo’n 10-15 jaar voor de diagnose.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de gevolgen van gedragsproblemen bij dementie?

A
  • Verlies aan functionaliteit en kwaliteit van leven
  • Overbelasting/burn-out mantelzorgers
    o 36% combineert mantelzorg met een baan
    o 52% van de mantelzorgers is zwaar belast
    o 3% is overbelast
  • Ouderenmishandeling/ontspoorde mantelzorg
  • (gedwongen) verpleeghuis opname
  • Medicatie/polyfarmacie: proberen gedrag te reguleren
  • Toename mortaliteitsrisico
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de specifieke clusters van gedragsproblemen bij verschillende vormen van dementie?

A
  • Alzheimer’s disease: apathie, agitatie, depressie, angst
  • Vasculaire dementie: apathie, depressie, waanideeën (delusions)
  • Dementie met Lewy-lichaampjes: visuele hallucinaties, waanideeën (delusions), depressie, REM-slaapgedragsstoornis
  • Frontotemporale degeneratie: apathie, ontremming (disinhibition), verhoogde stemming of hypomanie, repetitief gedrag, veranderingen in eetgewoonten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is je DD van geagiteerd gedrag bij dementie?

A
  • gedragsproblemen bij dementie
  • Metabole stoornis: suiker, elektrolietstoornis
  • Infectie (bijv. blaas of longen)
  • Neurologische aandoeningen (CVA, insulten, subduraal hematoom)
  • Retentieblaas, obstipatie
  • Pijn
  • OSAS/hypoxie/hypercapnie
  • Alcohol
  • Medicatie
  • Psychiatrie (schizofrenie, bipolaire stoornis)
    Er kan dus sprake zijn van atypische ziektepresentatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het doel van CGA bij gedragsverandering bij dementie?

A

Doelstelling: diagnose stelling en/of zo mogelijk identificeren behandelbare oorzaken die gedragsverandering bij dementie veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is het effect van optimalisatie van pijnbehandeling bij gedragsverandering bij dementie?

A

Agitatie wordt minder door pijnbestrijding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de behandelopties voor gedragsproblemen bij dementie?

A
  • Niet-medicamenteuze behandeling
  • Farmacologische behandeling
  • Combinatie
    Let op: farmacotherapie mag alleen overwogen worden als er geen behandelbare onderliggende oorzaak is en non-farmacologische interventies onvoldoende zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de niet-farmacologische behandelopties voor de gedragsveranderingen bij dementie?

A

Dagboek bijhouden van het gedrag: is er een trigger. Educatie mantelzorgers (werkt het best). Lotgenoten bijeenkomst voor mantelzorgers. Daarnaast zijn er gemengde resultaten over de volgende niet medicamenteuze interventies: bewegen en sensorische interventies waaronder: massage, aanraking, aromatherapie, lichttherapie, muziektherapie, reminiscentietherapie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de onderverdeling van antipsychotica?

A
  • 1e generatie (klassieke neuroleptica)
    o Met name dopamine receptor (D2) blokkade
    o Haloperidol (meest gebruikt)
  • 2e generatie (atypische neuroleptica)
    o Blokkade meerdere receptoren: oa serotonine, dopamine, histamine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke medicatie kan je niet geven bij lewy body dementie?

A

Lewy body dementie geen haloperidol geven, bij dit type dementie is er een tekort aan dopamine. Je kunt wel clozapine en quetiapine geven.

17
Q

Wat zijn de gevolgen van dopamine-blokkade?

A
  • Mesolimbisch systeem
    o Reductie positieve symptomen (hallucinaties, wanen)
    o Versterking negatieve symptomen (minder motivatie, apathie, onverschilligheid)
  • Nigrostriatale systeem
    o Extrapyramidale bewegingsstoornissen
  • Mesocorticale systeem naar prefrontaal
    o Cognitieve en emotionele achteruitgang
18
Q

Wat zijn de bijwerkingen van neuroleptica?

A

Neuroleptica: verminderd insulinegevoeligheid, stimuleren aggregatie van trombocyten. Hierdoor kan het leiden tot een stroke, vorming van embolieën, myocardinfarct, fracturen, pneumonieën, AKI (acute kidney failure).

19
Q

Wat zijn de richtlijnen van medicamenteuze behandeling bij gedragsveranderingen bij dementie?

A

Wanneer een medicamenteuze behandeling noodzakelijk is bij mensen met geagiteerd of agressief gedrag en dementie
- Haloperidol (startdosering 0,5 mg; maximale dosering, 3mg; probeer uiterlijk na drie maanden af te bouwen)
- Risperidon als middel van tweede keuze ingezet worden
- Wees alert op bijwerkingen, medicatie staken bij bijwerking of geen effect
- Gebruik geen antidepressiva, anti-epileptica of anti-dementiemiddelen voor geagiteerd gedrag bij mensen met dementie
- Alleen te overwegen als niet-medicamenteuze interventies onvoldoende zijn
- Start met een lage dosering en bouw langzaam op