Norsk Ordliste 6-3 Flashcards
1
Q
Reizen
A
Reise
2
Q
Reis
A
Reise
3
Q
Reisbureau
A
Reisebyrä (n)
4
Q
Reisde, Reisden
A
Reiste
5
Q
Juist
A
Riktig
6
Q
Roeien
A
Ro
7
Q
Beschikking
A
Rädighet
8
Q
Zei, Zeiden
A
Sa
9
Q
Zelfde
A
Sammen
10
Q
Varen, Zeilen
A
Seile
11
Q
Zelf
A
Selv
12
Q
Zenden, Sturen
A
Sende
13
Q
Zee
A
Sjö
14
Q
Zeeziek
A
Sjösyk
15
Q
Gebeuren
A
Skje
16
Q
Zou, Zouden
A
Skulle
17
Q
Zullen, Moeten
A
Skulle
18
Q
Kleine(meervoud)
A
Smä
19
Q
Sprak, Spraken
A
Snakket
20
Q
Draaien
A
Snu
21
Q
Zon
A
Sol
22
Q
Spiegelglad
A
Speilglatt
23
Q
Plaats
A
Sted (n)
24
Q
Stellen, Plaatsen
A
Stille
25
Direct, Meteen
Straks
26
Stralend
Strälende
27
Zuigen
Suge
28
Minireisje
Svipptur
29
Naaien
Sy
30
Ziek
Syk
31
Vinden, Van mening zijn
Synes
32
Toevallig
Tilfeldigvis
33
Toeslag
Tillegg (n)
34
Ter beschikking
Til rädighet
35
Uur
Time
36
Toilet
Toalett (n)
37
Treinkaartje
Togbillett
38
Nam, Namen
Tok
39
Durven
Tore
40
Markt
Torg (n)
41
Toerist
Turist
42
Retour
Tur/Retur
43
Dun
Tynn
44
Gunnen
Unne
45
Behalve
Unntatt
46
Was, Waren
Var
47
Waar
Vare
48
Wisselen
Veksle
49
Welkom
Velkommen
50
Verdedigen
Verge
51
Willen, Zullen
Ville
52
Wijs
Vis
53
Zeker
Viss
54
Weer
Vaer (n)
55
Openen
Äpne