Norsk Ordliste 6-3 Flashcards
Reizen
Reise
Reis
Reise
Reisbureau
Reisebyrä (n)
Reisde, Reisden
Reiste
Juist
Riktig
Roeien
Ro
Beschikking
Rädighet
Zei, Zeiden
Sa
Zelfde
Sammen
Varen, Zeilen
Seile
Zelf
Selv
Zenden, Sturen
Sende
Zee
Sjö
Zeeziek
Sjösyk
Gebeuren
Skje
Zou, Zouden
Skulle
Zullen, Moeten
Skulle
Kleine(meervoud)
Smä
Sprak, Spraken
Snakket
Draaien
Snu
Zon
Sol
Spiegelglad
Speilglatt
Plaats
Sted (n)
Stellen, Plaatsen
Stille
Direct, Meteen
Straks
Stralend
Strälende
Zuigen
Suge
Minireisje
Svipptur
Naaien
Sy
Ziek
Syk
Vinden, Van mening zijn
Synes
Toevallig
Tilfeldigvis
Toeslag
Tillegg (n)
Ter beschikking
Til rädighet
Uur
Time
Toilet
Toalett (n)
Treinkaartje
Togbillett
Nam, Namen
Tok
Durven
Tore
Markt
Torg (n)
Toerist
Turist
Retour
Tur/Retur
Dun
Tynn
Gunnen
Unne
Behalve
Unntatt
Was, Waren
Var
Waar
Vare
Wisselen
Veksle
Welkom
Velkommen
Verdedigen
Verge
Willen, Zullen
Ville
Wijs
Vis
Zeker
Viss
Weer
Vaer (n)
Openen
Äpne