Norsk Ordliste 12-2 Flashcards
klas
klasse
kruiden
krydre
vrij, onbezet
ledig
langer
lenger
langste
lengste
zoeken naar
lete etter
kamperen
ligge i telt (lä, ligget)
leven
liv (n)
lucht
luft
gelukkig
lykkelig
afsluiten, op slot doen
läse
wordt/worden afgesloten
läses
mei
mai
bedoelen, mening
mening
kleiner
mindre
modern
moderne
grappig
morsom
muis
mus
natuurlijk
naturligvis
genieten (van)
nyte (nöt, nytt)
dichtbij, nabij
naer
oktober
oktober
rond
omkring
slecht
ond
omhoog
opp
verblijf
opphold (n)
bezet
opptatt
kunnen, opbrengen, verdragen
orke
overnachten
overnatte
plaats om te overnachten
overnattingssted (n)
pauze
pause
planning
planlegging
parkeerplaats met picknickvoorzieningen
rasteplass
receptie
resepsjon
receptionist
resepsjonist
receptioniste
resepsjonsdame
rijk
rik
verrot
rätnet
prijs stellen op
sette pris pä (satte, satt)
vertellen, informeren
si fra (sa, sagt)
zee
sjö
opzetten
slä opp (slo, slätt)
sieraad
smykke (n)
sterk
sterk
kampeerplaats
teltplass
(aan)bieden
tilby (tilböd, tilbudt)
trap
trapp
drukwerk, folder
trykksak
twijfelen
tvile
twijfelen aan, betwijfelen
tvile pä
uitwerken
utarbeide
uitstapje
utflukt
uitzicht
utsikt
uitrusting
utstyr (n)
waakzaam
vaktsom
vriendelijk
vennlig
slecht, pijnlijk
vond
berekend zijn op
vaere beregnet pä
genoeg hebben van
vaere lei av
nat
vät
buitendeur
ytterdör
bovenste
överste