Norsk Ordliste 40-4 Flashcards
1
Q
zwijgen, stilzwijgen
A
taushet
2
Q
toevallig, toevalligerwijze
A
tilfeldigvis
3
Q
zich aanpassen
A
tilpasse seg
4
Q
uur; les
A
time
5
Q
tabak, shag
A
tobakk
6
Q
tolerant
A
tolerant
7
Q
zich omhoog werken naar
A
toppe seg mot
8
Q
tweetalig
A
tospräklig
9
Q
klomp
A
tresko
10
Q
troost
A
tröst
11
Q
turkije
A
tyrkia
12
Q
houthakker
A
tömmerhugger
13
Q
verdragen, dulden, verduren
A
täle
14
Q
onherroepelijk
A
ugjenkallelig
15
Q
nadeel, bezwaar
A
ulempe
16
Q
onderwijzen
A
undervise
17
Q
onderwijs
A
undervisning
18
Q
onrust
A
uro
19
Q
ongerept
A
urört
20
Q
ondeugend, stout
A
uskikkelig
21
Q
uitvoerig
A
utförlig
22
Q
uitspraak
A
uttale
23
Q
uitverkoren, uitgekozen
A
utvalgt
24
Q
bijhouden
A
vedlikholde
25
Q
gezegend
A
velsignet
26
Q
weemoedig
A
vemodig
27
Q
videoband
A
videobänd (n)
28
Q
gevorderd
A
viderekommen
29
Q
windmolen
A
vindmölle
30
Q
visionair, met zienersblik
A
visjonaer
31
Q
grap, mop
A
vits
32
Q
uiterlijk, voorkomen
A
ytre (n)
33
Q
oorzaak
A
ärsak
