Norsk Ordliste 35-1 Flashcards
waarschuwing
advarsel
aanval
angrep (n)
anoniem
anonym
gekleed
antrukket
leuk
artig
artikel, lidwoord
artikkel
belasting
avgift
afhankelijk, verslaafd
avhengig
kloppen
banke
mijnbouwstad
bergstad
kalmerend
beroligende
bewust
bevisst
bijdragen
bidra (-dro,-dratt)
flat
blokk
vestigingsplaats
bosetningsplass
woonbestuur
bostyre
in huilen uitbarsten
briste i grät (brast, bristet)
brouwen
brygge
huwelijksdag
bryllupsdag
lawaaiig
bräkete
duwen
dytte
etmaal
dögn (n)
geschikt
egnet
kleurrijk
fargerik
vijandelijk
fiendtlig
televisie
fjernsyn (n)
verdelen
fordele
klaarliggen
foreligge (-la,-ligget)
met opzet
forsettlig
onderzoeksmethode
forskningsmetode
verstoring
forstyrrelse
vrede
fred
voor je het weet
för en vet ordet av det
herkennen
gjenkjenne
onderwerp, voorwerp
gjenstand
grondwet
grunnlov
mijnwerker
gruvearbeider
gaan over
gä ut pä
timmeren
hamre
haag
hekk
gezondheidstoestand
helbred
gezondheid
helse
onverantwoordelijk, onnadenkend
hensynslös
zich wenden tot
henvende seg til
inleveren, afgeven
innlevere
voorlopig
inntil videre
jubelen
juble
kerel
kar
bekend
kjent
klacht
klage
tros
klase
manier van kleden
klesmäte
kapstok
knagg
consequentie
konsekvens
kopermijn
koppergruve
haak
krok
lonend
lönnsom
mollig
lubben
sterkte
lykke til
gehorig
lytt