Norsk Ordliste 32-1 Flashcards
1
Q
accepteren
A
akseptere
2
Q
geheel, helemaal
A
aldeles
3
Q
asfalteren
A
asfaltere
4
Q
beslissen
A
avgjöre (avgjorde, avgjort)
5
Q
beslissing
A
avgjörelse
6
Q
bewust
A
bevisst
7
Q
tafelpoot
A
bordbein (n)
8
Q
brandweerauto
A
brannbil
9
Q
verbranden
A
brenne
10
Q
branden
A
brenne (brant, brent)
11
Q
deuk
A
bulk
12
Q
vertrekken
A
dra avsted (dro, dratt)
13
Q
exemplaar
A
eksemplar (n)
14
Q
uitlaatgassen
A
eksos
15
Q
reizen, rondzwerven
A
ferdes (-edes,-es)
16
Q
filosofie
A
filosofi
17
Q
volkswagen
A
folkevogn
18
Q
zich voorstellen
A
forestille seg
19
Q
voorrang
A
forkjörsrett
20
Q
vermaning
A
formaning
21
Q
vermogen
A
formue
22
Q
verzekeringsexpert
A
forsikringsekspert
23
Q
verzekeringsformulier, schadeformulier
A
forsikringsskjema (n)
24
Q
voorzichtig
A
forsiktig
25
voetganger
fotgjenger
26
voetpad
gangsti
27
prachtig, schitterend
glimrende
28
accepteren, aanvaarden
godta (-tok,-tatt)
29
tak
grein
30
zich sterk maken voor
gä inn for
31
zich richten op
gä ut pä
32
hangen
henge (hang, hengt)
33
zich opwinden
hisse seg opp
34
houden
holde
35
voet bij stuk houden
holde pä sitt
36
hoofdzaak
hovedsak
37
strijd
kamp
38
all-risk verzekeren
kaskoforsikre
39
rijbaan
kjörebane
40
voertuig
kjöretöy (n)
41
klungel, kluns
klöne
42
nauwelijks
knapt
43
kraken
knekke
44
kraken, knappen
knekke (knakk, knekt/knekket)
45
botsing, aanrijding
kollisjon
46
kopie
kopi
47
ruzie, ruziemaken (zelfst. nw.)
krangling
48
oorlog
krig
49
lichter worden, opluchten
letne
50
lichten, verlichten, vergemakkelijken
lette
51
lijmen
lime
52
levensgevaar
livsfare
53
losgaan, losraken
lösne
54
noot
nött
55
optreden
opptre (-trädte,-trädt)
56
passeren
passere
57
principe
prinsipp (n)
58
rapport
rapport
59
rationeel
rasjonell
60
recht
rettighet
61
rijksweg
riksvei
62
rustig
rolig
63
rokertje, sigaret
röyk
64
langzaam; stilletjes, zacht(jes)
sakte
65
vertragen, vaart minderen
saktne
66
geweten
samvittighet
67
tot zinken brengen
senke
68
schade, verwonding
skade
69
schademelding
skademelding
70
mening, oordeel
skjönn (n)
