Norsk Ordliste 37-2 Flashcards
1
Q
overredingskracht
A
overtalelsesevne
2
Q
kwellen, pijnigen
A
pine
3
Q
pin, pen, stokje
A
pinne
4
Q
plagen, kwellen
A
plage (-et/-de, -et/-d)
5
Q
vullen
A
plombere
6
Q
pools
A
polsk
7
Q
praatje
A
prat
8
Q
poetsen, polijsten
A
pusse
9
Q
kaarsrecht
A
rak
10
Q
verschrikkelijk, afschuwelijk
A
redselsfull
11
Q
regelmatig
A
regelmessig
12
Q
risico
A
risiko
13
Q
rot, verrotting
A
räte
14
Q
gevoel, zin; zintuig
A
sans
15
Q
beschadigen, schaden, verwonden
A
ska(de)
16
Q
slijpen
A
slipe