Norsk Ordliste 37-1 Flashcards
1
Q
angst
A
angst
2
Q
schors, bast
A
bark
3
Q
behandeling
A
behandling
4
Q
flauwvallen
A
besvime
5
Q
ontsteken
A
betenne
6
Q
luiheid
A
dovenskap
7
Q
draaien
A
dreie (-de/-et, -d/-et)
8
Q
bezig zijn
A
drive pä (drev, drevet)
9
Q
vermogen, aanleg
A
evne
10
Q
vlaggen
A
flagge
11
Q
wapperen
A
flagre
12
Q
ga vooral je gang
A
for all del
13
Q
weerloos
A
forsvarslös
14
Q
kleine jongen, jongetje
A
guttunge
15
Q
erop tegen hebben
A
ha i mot
16
Q
haten
A
hate