Norsk Ordliste 11-1 Flashcards
1
Q
Eend
A
And
2
Q
Gezicht
A
Ansikt(n)
3
Q
Trek, eetlust
A
Appetitt
4
Q
Beroemd
A
Berömt
5
Q
Betekenen
A
Bety
6
Q
Bewaren
A
Bevare
7
Q
Blik
A
Blikk(n)
8
Q
Boerderij
A
Bondegärd
9
Q
Over
A
Bortover
10
Q
Bruid
A
Brud
11
Q
Bruidsjurk
A
Brudeskjole
12
Q
Bruidsmeisje
A
Brudepike
13
Q
Borstsieraad
A
Brystsmykke(n)
14
Q
Dorp
A
Bygd
15
Q
Er was niets aan te doen, er zat niets anders op
A
Det var ingen annen räd
16
Q
Houden van
A
Elkse
17
Q
Plagen, treiteren
A
Erte
18
Q
Schoot
A
Fang (n)
19
Q
Visverwerkingsfabriek
A
Fiskforedlingsfabrikk
20
Q
Omdat
A
Fordi
21
Q
Bijvoorbeeld
A
For eksempel
22
Q
Vanuit
A
Fra
23
Q
Vreemd
A
Fremmed
24
Q
Geit
A
Geit
25
Q
Trouwen
A
Gifte seg