Norsk Ordliste 27-1 Flashcards
1
Q
Artikel
A
Artikkel
2
Q
Aanzienlijk, aanmerkelijk
A
Atskillig
3
Q
Afhankelijk (van)
A
Avhengig (av)
4
Q
Bankpasje, betaalpas
A
Bankkort (n)
5
Q
Beide, beiden
A
Begge
6
Q
Bevestigen
A
Bekrefte
7
Q
Betaalmiddel
A
Betalingsmiddel (n)
8
Q
Potlood
A
Blyant
9
Q
Moeite, last
A
Bry (n)
10
Q
Gebouw
A
Bygning
11
Q
Balie, toonbank
A
Disk
12
Q
Gaan om
A
Dreie seg om
13
Q
Euro
A
Euro
14
Q
Fins
A
Finsk
15
Q
Nomadische lap
A
Flyttsame
16
Q
Misdadiger
A
Forbryter
17
Q
Voorstelling
A
Forestilling
18
Q
Verhinderen
A
Forhindre
19
Q
Verzekering
A
Forsikring
20
Q
Fotograaf
A
Fotograf
21
Q
Foto
A
Fotografi (n)
22
Q
Om de tuin leiden
A
Före bak lyset
23
Q
Graad
A
Grad
24
Q
Eenvoudig, ongecompliceerd
A
Grei
25
Snel
Hurtig
26
Café (waar geen alcohol wordt geschonken)
Kafe
27
Zich vastklampen
Klamre seg fast
28
Contant
Kontant
29
Koers, wisselkoers
Kurs
30
Brengen
Levere
31
Luisteren (naar)
Lytte (til)
32
Geldautomaat
Minibank
33
Nachtegaal
Nattergal
34
Noteren
Notere
35
Uitgebreid
Omfattende
36
Verblijfplaats
Oppholdssted (n)
37
Overboeken, overschrijven
Overföring
38
Postbode
Postbud
39
Protesteren
Protestere
40
Zuiver, puur, rein, schoon
Ren/rein
41
Reischeque
Reisesjekk
42
Reclame
Reklame
43
Reportage
Reportasje
44
Lap
Same
45
Lied, gezang
Sang
46
Scheiding
Skilsmisse
47
Schroeven
Skru
48
Schaats
Sköyte
49
Leus, slagzin
Slagord (n)
50
Sneeuwscooter
Snöscooter
51
Bord
Tallerken
52
Een verzekering afsluiten
Tegne en forsikring
53
Telefonisch
Telefonisk
54
Tijdschrift
Tidsskrift (n)
55
Aftrekken
Trekke fra (trakk, trukket)
56
Duidelijk
Tydelig
57
Hard, zwaar, ruig
Töff
58
Datum van uitgifte
Utstedelsesdato
59
Keuze, verkiezing
Valg (n)
60
Valuta
Valuta
61
Variant
Variant
62
Beslissing, besluit
Vedtak (n)
63
Beschadigd
Ödelagt
64
Openingstijden
Äpningstider
