Norsk Ordliste 18-1 Flashcards
waarschuwen
advare
alarm
alarm
al
alt
alternatief
alternativ (n)
verantwoording, verantwoordelijkheid
ansvar (n)
augustus
august
afspraak
avtale
baden, zwemmen
bade
kindermeisje
barnepike
benutten, gebruiken
benytte
toen
da
heerlijk, verrukkelijk
deilig
daarna
deretter
buitengewoon
ekstraordinaer
veranderen
endre
eenpersoonskamer
enkeltrom (n)
ervaren
erfaren
ezel
esel (n)
vallen
falle
fantastisch
fantastisk
vrij van gevaar, zonder gevaar
farefri
foute melding
feilmelding
bergwandeling
fjelltur
bergtoerist
fjellturist
ten eerste
for det förste
vorm
form
vertraagd
forsinket
proberen
forsöke
voetbal
fotball
vrij
fri
vrijheid
frihet
gesteldheid van de sneeuw of de weg
före
tot stand brengen
fä i stand
ouderwets
gammeldags
Hollands
hollandsk
plaats in een hotel
hotellplass
bij zich hebben
ha med seg
wat heb jij? wat is er met jou aan de hand?
hva gär det av deg?
wit
hvit
tevoren, van tevoren
i forveien
indrukwekkend
imponerende
Italiaans
italiensk
op tijd, tijdig
i tide
ontijdig, te vroeg
i utide
juli
juli
juni
juni
klaar, helder
klar
kompas
kompass (n)
consulent
konsulent
controle
kontroll
krijgshaftig
krigersk
kritisch
kritisk
uitstippelen, plannen
legge op (la, lagt)
beginnen aan, starten met (een tocht)
legge ut pä (la, lagt)
zoeken (naar)
lete (etter)
reddingsploeg, “zoekploeg”
letemannskap (n)
luwte, beschutting
ly (n)
luisteren naar
lytte til
renner, skiër
löper
schilderij
maleri (n)
met overleg
med omtanke
melden
melden fra
“melddienst”
meldetjeneste
mobiel; mobiele telefoon
mobil
mobiele telefoon
mobiltelefon
modern
moderne