Norsk Ordliste 30-3 Flashcards
1
Q
inwoner van het Setesdal
A
setesdöl
2
Q
sinds de laatste keer
A
siden sist
3
Q
zekerheid
A
sikkerhet
4
Q
chocoladereep
A
sjokoladeplate
5
Q
korst
A
skalk
6
Q
echt, behoorlijk
A
skikkelig
7
Q
soort zoet broodje (kostte vroeger een shilling)
A
skillingsbolle
8
Q
ham
A
skinke
9
Q
plak, schijf
A
skive
10
Q
bibberen
A
skjelve (skalv, skjelvet)
11
Q
opensnijden
A
skjaere opp (skar, skäret)
12
Q
open plek in bos
A
slette
13
Q
koekjes
A
smäkaker
14
Q
studentenwijk, wijk waar studenten bij elkaar wonen in flats
A
studentby
15
Q
kenmerken
A
saerprege (-et, -et)