Norsk Ordliste 15-1 Flashcards
Absoluut
Absolutt
Apotheek
Apotek (n)
Werk, arbeid
Arbeid (n)
Asbak
Askebeger (n)
Kaal
Bar
Kinderbedje
Barneseng
Kinderlijk
Barnlig
Vragen, verzoeken, uitnodigen, bidden.
Be (ba(d), bedt)
Rijk aan gebeurtenissen
Begivenhetsrik
Begin
Begynnelse
Benzine
Bensin
Benzinestation
Bensinstasjon
Beduidend
Betydelig
Zich bewegen
Bevege (seg)
Autotocht(je), autotripje
Biltur
Brengen
Bringe (brakte, brakt)
(aan)bieden
By (pä) (böd, budt)
Dochter
Datter
Dempen, intomen
Dempe
Het is te wijten aan
Det skyldes
Dramatisch
Dramatisk
Koningin
Dronning
Spin
Edderkopp
Weerzinwekkend, akelig
Ekkel
Examen
Eksamen
Ellendig, beroerd
Elendig
Na verloop van tijd
Etterhvert
Gevaar
Fare
Gevaarlijk
Farlig
Fout, mankement
Feil
Fjord
Fjord
Vlijtig
Flittig
Mooi, prachtig
Flott
Verbeteren
Forbedre
Verbinding
Forbindelse
Meestal, het meest
For det meste
Verhouding, omstandigheid
Forhold (n)
Vervoermiddel
Framkomstmiddel (n)
Kapper
Frisör
Vruchtbaar, weelderig
Frodig
Vullen
Fylle
Allereerst, in de 1ste plaats
Först og fremst
Afschuwelijk, vreselijk
Grusom
Zee
Hav (n)