Norsk Ordliste 6-1 Flashcards
1
Q
Alle
A
Alle
2
Q
Aankomst
A
Ankomst
3
Q
Vertrek
A
Avgang
4
Q
Belastingvrij
A
Avgiftsfri
5
Q
Vertrek
A
Avreise
6
Q
Hoeven
A
Behöve
7
Q
Bestellen
A
Bestille
8
Q
Betaalde, Betaalden
A
Betalte
9
Q
Goedkoop
A
Billig
10
Q
Parkeren van de auto
A
Bilparkering
11
Q
Werd, Werden
A
Ble
12
Q
Meegaan
A
Bli med
13
Q
Waaien
A
Bläse
14
Q
Waaide, Waaiden
A
Bläste
15
Q
Folder, Brochure
A
Brosjyre
16
Q
Bruin
A
Brun
17
Q
Moeten, Behoren
A
Burde
18
Q
Bouwen
A
Bygge
19
Q
Golf
A
Bölge
20
Q
Bootreis
A
Bätreise
21
Q
Vrouw
A
Dame
22
Q
Dansen
A
Danse
23
Q
Dat klinkt…..!
A
Det Höres….. Ut!
24
Q
Dit
A
Dette
25
Tweepersoonshut
Dobbeltlugar
26
Dom
Dum
27
Douche
Dusj
28
Duur
Dyr
29
Deur
Dör
30
Slecht
Därlig
31
Bezitten
Eie
32
Eenpersoonshut
Enkeltlugar
33
Enkele reis
Enveisreise
34
Na
Etter
35
Kreeg, Kregen
Fikk
36
Fles
Flaske
37
Geweldig
Flott
38
..... Geleden
For..... Siden
39
Van, Vanaf
Fra
40
Brutaal
Frekk
41
Heen en weer
Frem og tilbake
42
Vol
Full
43
Voor, Voordat
För
44
Verkeerd, Onjuist
Gal(t)
45
Gelden
Gjelde
46
Glas
Glass (n)
47
Eenvoudig, Ongecompliceerd
Grei
48
Basisprijs
Grunnpris
49
Hebben
Ha (-dde, - tt)
50
Half
Halv
