Norsk Ordliste 34-1 Flashcards
1
Q
emotionele waarde
A
affeksjonsverdi
2
Q
veranwoordelijkheid, met verantwoordelijkheidsgevoel
A
ansvarsfull
3
Q
snor
A
bart
4
Q
bezorgd
A
bekymringsfull
5
Q
beschrijven
A
beskrive (-skrev,-skrevet)
6
Q
kwijtraken
A
bli kvitt (ble, blitt)
7
Q
de brandweer
A
brannvesenet
8
Q
winkelcentrum
A
butikksenter (n)
9
Q
het heeft weinig nut …..
A
det er liten vits i …..
10
Q
ergens
A
et sted
11
Q
figuur, postuur
A
figur
12
Q
vergiftigen
A
forgifte
13
Q
voorleggen
A
framlegge (-la, lagt)
14
Q
bestelen, ontstelen
A
frastjele (-stjal,-stjälet)
15
Q
gif, vergif
A
gift
16
Q
giftig
A
giftig
17
Q
ding, zaak
A
greie
18
Q
het eens zijn met
A
gä med pä
19
Q
de gezondheidsraad
A
Helserädet
20
Q
bezig zijn met
A
holde pä med
21
Q
briefje van honderd
A
hundrelapp
22
Q
haarborstel
A
härbörste
23
Q
terwijl
A
idet