Norsk Ordliste 13-1 Flashcards
aquavit
akevitt
aperitief
aperitiff
kindermenu
barnemeny
zonder graat
benfri
biefstuk
biff
bloedig(rood)
blodig
bosbes
bläbaer
heerlijk
deilig
daarvandaan
derav
dilletakje
dillkvast
wildbraad
dyrestek
roerei
eggeröre
elandsbout
elgstek
iedere
enhver, ethvert
daarna
etterpä
februari
februar
visgerecht
fiskerett
wat een…..!
for noen…..!
voorgerecht
forrett
zich bedienen
forsyne seg
lucifer
fyrstikk
lamsbout
färestek
snoek
gjedde
graven
grave
begraven
grave ned
“gegraven” zalm
gravlaks
gebraden gans
gäsestek
halfdroog, medium
halv törr
gelukkig
heldigvis
heilbot
hellefisk
liever
heller
heerlijk
herlig
hoofdgerecht
hovedrett
witte wijn
hvitvin
vandaag, tegenwoordig
i dag
vroeger
i gamle dager
geen
ikke noen
geen
ingen
nergens
ingensteds
niets
ingenting
ijskoud
iskald
maar(uitroep)
jammen
ijzer
jern (n)
ijzeren pan
jernpanne
aarde
jord
kersttafel
julebord (n)
kerstdag
juledag
koud buffet
koldtbord (n)
kalfsmedaillon
kalvemedaljong
kelner, ober
kelner
koel, fris
kjölig
vleesgerecht
kjöttrett
schelvis
kolje
kruiden
krydre
kip
kylling
opslaan
lagre
zalmfilet
laksefilet
lamsborst
lammebryst (n)
lui
lat
licht, makkelijk
lett