Norsk Ordliste 16-2 Flashcards
Haten
Hate
Hoed
Hatt
Woonplaats
Hjemsted (n)
Zich ophouden
Holde til
Herder
Hyrde
Handdoek
Händkle (n)
Hopeloos
Häplös
Bezielende kracht
Ildsjel
Verdiend
Inntjent
Instituut
Institutt (n)
In overleg met
I samräd med
In plaats van
Istedenfor
Ijver
Iver
Jasje
Jakke
Baan, werk
Jobb
Kerstvakantie
Juleferie
Kerstboom
Juketre (n)
Koper
Kjöper
Klauw
Klo
Club
Klubb
Kleren, kleding
Klaer
Speld
Knappenäl
Knie
Kne (n)
Koffer
Koffert
Kracht
Kraft
Lange broek
Langbukse
Huur
Leie
Lengte
Lengde
Dergelijke
Lignende
Lokaal
Lokale-(n)
Portefeuille
Lommebok
Vlooienmarkt
Loppemarked (n)
Zich afvragen
Lure pä
Luis
Lus
Meter
Meter
(Noorse) mijl (=10 km)
Mil
Muis
Mus
Naakt
Naken
Nachtjapon
Nattkjole
Naald
Näl
Omzet
Omsetning
Afrekening
Oppgjör (n)
Plan, initiatief
Opplegg (n)
Pakken, inpakken
Pakke
Passen, oppassen
Passe
Oppassen
Passen pä
Bontmantel
Pelskäpe
Kledingstuk
Plagg (n)
Pullover
Pullover
Pyjama
Pyjamas