Norsk Ordliste 14-1 Flashcards
1
Q
te (+ bijv. mw.)
A
altfor (+ bijv. nw.)
2
Q
aannemen
A
anta (-tok, -tatt)
3
Q
aflossing, afbetaling
A
avdrag (n)
4
Q
vrij van terugbetaling
A
avdragsfri
5
Q
afsluiten
A
avslutte
6
Q
batterij, accu
A
batteri (n)
7
Q
beide
A
begge
8
Q
berekenen
A
beregne
9
Q
inwilligen, toestaan
A
bevilge
10
Q
toewijzing
A
bevilgning
11
Q
autoband
A
bildekk (n)
12
Q
automonteur
A
bilmekaniker
13
Q
rem
A
bremse
14
Q
remlicht
A
bremselys (n)
15
Q
brouwen
A
brygge
16
Q
brouwerij
A
bryggeri (n)
17
Q
struik, bosje
A
busk
18
Q
koppeling
A
clutch
19
Q
dierentuin
A
dyrehage
20
Q
dood
A
död
21
Q
eigenaar
A
eier
22
Q
exporteren
A
eksportere
23
Q
klaar
A
ferdig
24
Q
veerpont
A
ferje
25
vliegtuig
fly (n)
26
want
for
27
voorlicht
forlykt
28
voor de zekerheid
for sikkerhets skyld
29
op het moment
for tiden
30
verteren
fortaere
31
veronderstelling, voorwaarde
forutsetning
32
mevrouw
fru
33
vochtig
fuktig
34
vogel
fugl
35
gaspedaal
gasspedal
36
versnellingspook
gear/gir (n)
37
opgeven
gi opp (ga opp, gitt opp)
38
schuld
gjeld
39
schuldbekentenis
gjeldsbrev (n)
40
gist
gjaer
41
bijschrijven
godskrive (-skrev, -skrevet)
42
ervan uitgaan, uitgaan van
gä ut fra (gikk, gätt)
43
verstand hebben van
ha greie pä
44
halfjaarlijks
halvärlig
45
hiermee, hierbij
hermed
46
heer, meneer
herr
47
groet
hilsen
48
hartelijk
hjertelig
49
wiel
hjul (n)
50
handrem
händbremse
51
de laatste tijd
i det siste
52
aan land rijden
ilandkjöring
53
vuur
ild
54
inclusief
inklusive
55
lopende rekening
innskuddskonto
56
dashboard
instrumentbord (n)
57
retour, terug
i retur
58
liefderijk, teder
kjaerlig
59
voertuig
kjöretöy (n)
60
rekening
konto
61
rekeningoverzicht
kontoutskrift
62
opladen
lade opp
63
huren
leie
64
gelijk
lik
65
Succes!
Lykke til!
66
lening
län (n)
67
uitlenen
läne bort
68
maart
mars
69
meedelen
meddele
70
motor
motor
71
motorkap
motorpanser (n)
72
motorpech
motorstopp
73
motor(fiets)
motorsykkel
74
ontvangen
motta (-tok, tatt)
75
nummerbord
nummerskilt (n)
76
openbaar
offentlig
77
olie verversen
oljeskift
78
aan boord rijden
ombordkjöring
79
oom
onkel
80
oprichten, openen (een rekening)
opprette