Norsk Ordliste 14-1 Flashcards
te (+ bijv. mw.)
altfor (+ bijv. nw.)
aannemen
anta (-tok, -tatt)
aflossing, afbetaling
avdrag (n)
vrij van terugbetaling
avdragsfri
afsluiten
avslutte
batterij, accu
batteri (n)
beide
begge
berekenen
beregne
inwilligen, toestaan
bevilge
toewijzing
bevilgning
autoband
bildekk (n)
automonteur
bilmekaniker
rem
bremse
remlicht
bremselys (n)
brouwen
brygge
brouwerij
bryggeri (n)
struik, bosje
busk
koppeling
clutch
dierentuin
dyrehage
dood
död
eigenaar
eier
exporteren
eksportere
klaar
ferdig
veerpont
ferje
vliegtuig
fly (n)
want
for
voorlicht
forlykt
voor de zekerheid
for sikkerhets skyld
op het moment
for tiden
verteren
fortaere
veronderstelling, voorwaarde
forutsetning
mevrouw
fru
vochtig
fuktig
vogel
fugl
gaspedaal
gasspedal
versnellingspook
gear/gir (n)
opgeven
gi opp (ga opp, gitt opp)
schuld
gjeld
schuldbekentenis
gjeldsbrev (n)
gist
gjaer
bijschrijven
godskrive (-skrev, -skrevet)
ervan uitgaan, uitgaan van
gä ut fra (gikk, gätt)
verstand hebben van
ha greie pä
halfjaarlijks
halvärlig
hiermee, hierbij
hermed
heer, meneer
herr
groet
hilsen
hartelijk
hjertelig
wiel
hjul (n)
handrem
händbremse
de laatste tijd
i det siste
aan land rijden
ilandkjöring
vuur
ild
inclusief
inklusive
lopende rekening
innskuddskonto
dashboard
instrumentbord (n)
retour, terug
i retur
liefderijk, teder
kjaerlig
voertuig
kjöretöy (n)
rekening
konto
rekeningoverzicht
kontoutskrift
opladen
lade opp
huren
leie
gelijk
lik
Succes!
Lykke til!
lening
län (n)
uitlenen
läne bort
maart
mars
meedelen
meddele
motor
motor
motorkap
motorpanser (n)
motorpech
motorstopp
motor(fiets)
motorsykkel
ontvangen
motta (-tok, tatt)
nummerbord
nummerskilt (n)
openbaar
offentlig
olie verversen
oljeskift
aan boord rijden
ombordkjöring
oom
onkel
oprichten, openen (een rekening)
opprette