Norsk Ordliste 23-3 Flashcards
schuifraam
skyvevindu (n)
steeg
smug (n)
sofa, bank
sofa
spiegel
speil (n)
eettafel
spisebord (n)
stoppen, tegenhouden
stanse
stereo-installatie
stereoanlegg (n)
staken
streike
(staande) schemerlamp
stälampe
rumoer, lawaai
stöy
zwemmen
svömme
hanglamp
taklampe
bord
tallerken
af en toe, van tijd tot tijd
til sine tider
twee onder één kap
tomannsbolig
draven
trave
houtpaneel
trepanel (n)
twijfelachtig
tvilsom
vermijden
unngä (-gikk, -gätt)
uit te houden, dragelijk
utholdelig
uitgeput
utslitt
tentoonstelling, expositie
utstilling
zich uitspreken, een oordeel geven
uttale seg
wastafel
vaskeservant
wandmeubel
veggseksjon
weg, zoek
vekk
naar het westen gekeerd, op het westen
vestvendt
villa
villa
genoodzaakt zijn, gedwongen zijn
vaere nödt til
wens
önske (n)