Norsk Ordliste 40-3 Flashcards
soms
noen ganger
kennis van het Noors
norskkundeskap
genot
nytelse
nut, baat
nytte
dichtsbijzijnd
naermest
woordenboek
ordbok
overbevolkt
overbefolket
vertalen
oversette (-satte, satt)
vertaling
oversettelse
paradoxaal
paradoksal
kletsen, praten
prate
rakker
rampegutt
radeloos
rädlös
samenwerken
samarbeide
vergelijken
sammenligne/sammenlikne
missen
savne
gesteld zijn op, waarderen
sette höyt
gemoed, zin, inborst
sinn (n)
wisselen
skifte
schriftelijk
skriftlig
zich vestigen
slä seg ned
(sneeuw) lawine
snöras (n)
gul
spandabel
zuinigheid
sparsommelighet
spanning
spenning
specifiek
spesifikk
spontaan
spontan
spontaniteit
spontanitet
steifkind
stebarn (n)
trefwoord
stikkord (n)
stilte
stillhet
kwetsbaar, pijnlijk
sär
bij wijze van spreken
sä ä si