TW8 A1 Flashcards
1
Q
- studeren = …
A
leren
2
Q
- Als je goed … , dan leer je het snel!
A
oefent
3
Q
- Welk substantief kan je vormen met het verbum oefenen?
A
oefening
4
Q
- sorry, ik ben je naam …. Kan je me het nog eens zeggen?
A
vergeten
5
Q
- Een … moet je oplossen.
A
probleem
6
Q
- Wim heeft een goede … met Marie.
A
relatie
7
Q
- Hoe laat begint de Franse …?
A
les
8
Q
- Max zit in de derde … van de secundaire school.
A
klas
9
Q
- Tania wil een … Nederlands volgen.
A
cursus
10
Q
- Deze universitaire … duurt 5 jaar.
A
opleiding
11
Q
- Wat heb je vandaag op … geleerd?
A
school
12
Q
- De leraar = …
A
de leerkracht
13
Q
- Koen luistert naar klassieke … .
A
muziek
14
Q
- Ik spreek drie … : Frans, Engels en Duits.
A
talen
15
Q
- Julia, Marie en Tom zitten op dezelfde school en zitten samen in de …
A
klas