TW24 A1 Flashcards
Ik telefoneer met Pieter. We hebben een leuk …
gesprek
Angela praat graag over haar kinderen. = Angela … graag … haar kinderen.
spreekt (graag) over
spreken = …
praten
Mag ik jou iets … ? Weet jij waar de bioscoop is?
vragen
Welk substantief kan je vormen met het verbum vragen?
de vraag
de vraag >
het antwoord
Welk substantief kan je vormen met het verbum antwoorden?
het antwoord
Jules … dat hij een koffie wil drinken.
zegt
Kan je me wat meer … over je hobby’s?
vertellen
Kan je me dat uitleggen? Ik weet niet wat je … !
bedoelt
Als je iets zegt dat niet waar is, dan ben je aan het …
liegen
Praat eens wat stiller! Je moet niet zo hard … !
roepen
Ik ga geen huiswerk meer maken. = ik … huiswerk te maken.
weiger
… Leo, hoe gaat het met je?
Dag
Als iemand gaat slapen, dan zeg je …
goedenacht / welterusten
Zonder bril kan Julie niet goed …
zien
We hebben afgesproken aan de kathedraal, ik zal hem daar om 14.00u …
ontmoeten
Ik ben ziek. Ik … … niet goed.
voel me
… . Dankuwel!
Alsjeblieft
Voor sommige extra … moet je bijbetalen.
diensten
Dankuwel! Graag … !
gedaan
pardon = …
sorry
Als je op straat loopt, moet je … zijn.
voorzichtig
Mijn test was slecht. Ik heb stomme … gemaakt!
fouten