TW16 A1 Flashcards
Een … heeft 5 vingers.
hand
Veel speelgoed wordt gemaakt in … in China.
fabrieken
aanwezig >
afwezig
Iemand die op een kantoor werkt en iemand anders helpt is een …
assistent
een apparaat waarmee je iemand kunt opbellen = …
de telefoon
Wat zijn de tijden van ORGANISEREN?
organiseerde, heeft georganiseerd
een geschreven bericht dat je iemand stuurt = …
de brief
Groeten en fruit kun je op de … kopen.
markt
de onderneming = …
het bedrijf
de baas van een instelling of bedrijf = …
de directeur / de directrice
kopen >
verkopen
een product in een winkel = …
het artikel (pluralis: de artikelen!)
sturen = …
zenden
… is koning. (in een winkel)
Klant
duur >
goedkoop
stijgen >
dalen
Wat zijn de tijden van KOSTEN?
kostte, heeft gekost
Als je veel dingen wilt kopen, dan moet je veel … hebben.
geld
Wat zijn de tijden van VERDIENEN?
verdiend, heeft verdiend
een bedrijf waar je geld kunt sparen = …
de bank
Ben is 4 jaar en hij kan al tot tien …
tellen
Wat zijn de tijden van BETALEN?
betaalde, heeft betaald
een overeenkomst met een bedrijf dat je kosten betaalt bij schade, ziekte enz.
de verzekering