TW12 A2 Flashcards

1
Q

Picasso leefde voor de …

A

kunst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Picasso is een …

A

kunstenaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Heb je ooit al een cartoon van jezelf laten … ?

A

tekenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

schilderen = …

A

verven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

In dit museum hangen veel … van Picasso en er staan ook veel mooie …

A

schilderijen (…) standbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Het MAS is een …

A

museum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vanavond vindt er een … van Nederlandse kunstenaars uit de 17e eeuw plaats.

A

tentoonstelling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Het moment waarop iets opengaat, dat is de …

A

opening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De ruimte waar een kunstenaar werkt = …

A

het atelier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

moderne muziek >

A

klassieke muziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de tijden van KLINKEN?

A

klonk, geklonken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Ik houd ervan als zij praat; ze heeft zo’n aangename … om naar te luisteren.

A

stem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vanavond … Bruno Mars … in het Sportpaleis.

A

treedt (Bruno Mars) op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de piano, de blokfluit, de gitaar, de viool, … = …

A

muziekinstrumenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

het optreden = …

A

het concert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Elisa kan zingen op heel hoge …

A

toon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hij zingt zo … . Elke toon was perfect.

A

zuiver

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

het … van de muziek = wisselen van accenten in muziek

A

ritme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Op de radio was er een … over de diefstal.

A

nieuwsbericht

20
Q

Wat zijn de tijden van VERZINNEN?

A

verzon, verzonnen

21
Q

de auteur = …

A

de schrijver

22
Q

Wie is jouw favoriete … in het boek Harry Potter?

A

personage

23
Q

Ik heb het boek lang geleden gelezen en ik weet niet meer juist waar het over gaat. Ik ben de … vergeten.

A

inhoud

24
Q

‘John is zo sterk als een leeuw’ is een …

A

vergelijking

25
Q

Waar leg ik het … in het woord ‘computer’?

A

accent

26
Q

Romeo & Juliette is een … van William Shakespeare.

A

toneelstuk

27
Q

Romeo & Juliette is een … want ze gaan op het einde allebei dood.

A

drama

28
Q

Als ik zou mogen kiezen, zou ik de … van die actrice willen spelen.

A

rol

29
Q

Ik vind zinnen … van het Frans naar het Nederlands echt moeilijk.

A

vertalen

30
Q

het doel van iets, de rol van iets = de …

A

functie

31
Q

Wat zijn de tijden van BESCHRIJVEN?

A

beschreef, beschreven

32
Q

uitleggen = …

A

verklaren

33
Q

Als je niet snel tevreden bent en fouten zoekt, ben je …

A

kritisch

34
Q

Wat zijn de tijden van BESPREKEN?

A

besprak, besproken

35
Q

Iets korts wat iemand meedeelt: een gedachte, een kritiek = …

A

de opmerking

36
Q

Als je een bepaalde mening hebt, dan neem je een bepaald … in.

A

standpunt

37
Q

het thema = …

A

het onderwerp

38
Q

een grap die niet grappig is = …

A

een flauwe grap

39
Q

Ik hou niet van … jongens; al die bloemen, kaarsen, hartjes en kusjes zeggen me echt niets.

A

romantische

40
Q

iets wat werkelijk zo is = …

A

realistisch

41
Q

de oorzaak van een verandering, dat wat iets of iemand beïnvloedt = …

A

de invloed

42
Q

Hij wil me maar niet geloven! Ik krijg hem maar niet … van mijn gelijk!

A

overtuigd

43
Q

het einde = …

A

het slot

44
Q

de conclusie = …

A

het besluit

45
Q

Hij heeft een heel rijke … Elke week verzint hij wel een nieuw verhaal.

A

fantasie

46
Q

de stemming = …

A

de sfeer

47
Q

Hij ziet er altijd zo cool uit. Ik vind dat hij een leuke … heeft.

A

stijl