TW4 A1 2015 Flashcards
Als ik val, dan v… ik pijn
voel
‘ik … …. ….’, zei Romeo tegen Julia.
hou van jou
Content = …
tevreden
Vrolijk, tevreden = …
blij
… nieuwjaar!!!
gelukkig
Ik heb vandaag 20 euro op de grond gevonden. Wat heb ik … !
geluk
Erg fijn = …
heerlijk
Fantastisch = …
geweldig
Ik drink … thee dan koffie.
liever
David komt … naar school. Hij vindt het leuk.
graag
Nico zwemt graag, maar het … gaat hij naar de cinema.
liefst
Iets graag willen doen = …
zin hebben in iets
Heb je honger? Ja! Ik heb … … frietjes.
trek in
“Hahaha” (verbum) =
lachen
Plezierig = …
plezant
Wanneer de zon schijnt, … we … de zon.
genieten van
Veel kleine kinderen zijn … bang van mummies.
bang / angstig
Boos op = …
kwaad op
Vreselijk = …
verschrikkelijk
Spijtig = …
jammer
Helaas = …
jammer genoeg
Ik heb Bernard pijn gedaan. Ik … er … van.
ik heb er spijt van
De zon schijnt vandaag! Ik … dat het morgen ook mooi weer is.
hoop
Julia is moe. Ze … al gaan slapen.
wil
Willen dat iets gebeurt of dat je iets krijgt = …
wensen
Mooi, plezierig, aardig = …
leuk
Zonder gevaar = …
veilig
Wanneer je huilt, heb je …
verdriet
Wanneer je verdriet hebt, moet je …
huilen
Zonder andere mensen = …
alleen
Toen je op vakantie was, heb ik je heel erg …
gemist
Julie is niet op tijd. Het is haar … dat we te laat zijn.
schuld
Ik ga vroeg slapen, want ik ben erg …
moe
Wanneer twee mensen erg boos zijn op elkaar, dan hebben ze …
ruzie
De directeur zit in Frankrijk. Hij … hier vandaag niet.
is