TW22 A2 Flashcards
1
Q
met heel veel details = …
A
uitgebreid
2
Q
heel veel / ontelbaar = …
A
talloos
3
Q
Op het concert was er een groot aantal mensen = Er was een … mensen.
A
massa
4
Q
een rij dingen achter elkaar = …
A
de reeks
5
Q
de lading = …
A
de vracht
6
Q
1/4 = …
A
het kwart
7
Q
het totaal = …
A
het geheel
8
Q
al met al = …
A
al bij al
9
Q
met iedereen = met z’n …
A
allen
10
Q
verschillende = …
A
verscheidene / meerdere
11
Q
twee keer = …
A
dubbel
12
Q
een groep van twee mensen of dingen = …
A
het tweetal
13
Q
nog eens = …
A
nog een keer
14
Q
helemaal geen = …
A
totaal geen
15
Q
, = …
A
de komma